10K+ students - 4.8/5
Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation

Dutch A2 module 6: Op het werk (At work)

This is learning module 6 of 6 of our Dutch A2 syllabus. Each learning module contains 6 till 8 chapters.

Learning goals:

  • Basic vocabulary at work and in the office.
  • Finding and getting a job.
  • Subjunctive and hypothetical tenses.
  • Negative and irregular imperatives.

Word list (142)

Core vocabulary (107): Verbs: 18, Adjectives: 17, Nouns: 61, Sentences / word combination: 11
Context vocabulary: 35

Dutch English
Accepteren To accept
Afdrukken To print
Akkoord gaan met To agree with
Antwoorden op een e-mail Replying to an email
Bel Call
Ben Am
Bereidt Prepares
Beschikbaar Available
Betwijfel I doubt
Bijgewerkt Updated
Blijft Remains
Bruto Gross
Communiceer Communicate
Communiceren To communicate
Creatief Creative
De afdeling The department
De beslissing The decision
De brief The letter
De communicatie Communication
De computer The computer
De e-mail The email
De handtekening The signature
De jobbeschrijving The job description
De kennis The knowledge
De laptop The laptop
De leider The leader
De melding The notification
De mening The opinion
De notities The notes
De onderhandeling The negotiation
De ontvanger The receiver
De organisatie The organisation
De personeelszaken Human resources
De post The post
De postzegel The stamp
De printer The printer
De sollicitant The job applicant
De sollicitatiebrief The cover letter
De taak The task
De teamgenoot The teammate
De uitrusting The equipment
De vacature The vacancy
De verbinding The connection
De vereiste The requirement
De vergadering The meeting
De vergaderzaal The meeting room
De verzender The sender
De werkervaring Work experience
De werkgever The employer
De werknemer The employee
De werkzoekende The job seeker
De zaak The case
Denk I think
Der Drucker The printer
Digitaal Digital
Doen Are you doing
Dringend Urgent
Druk Print
Een afspraak maken Make an appointment
Een brief ontvangen To receive a letter
Een fout maken To make a mistake
Flexibel Flexible
Fout Wrong
Ga Go
Gaan They go
Geloven To believe
Georganiseerd Organised
Geselecteerd Selected
Help Help
Helpen To help
Het afscheid The farewell
Het argument The argument
Het certificaat The certificate
Het compromis The compromise
Het contract The contract
Het cv (het curriculum vitae) The CV (the curriculum vitae)
Het debat The debate
Het lid The member
Het overleg The discussion
Het pakket The package
Het platform The platform
Het profiel The profile
Het project The project
Het salaris The salary
Het sollicitatiegesprek The job interview
Het systeem The system
Het teamwerk The teamwork
Het tegenargument The counterargument
Het telewerken Remote working
Het uitzendbureau The employment agency
Het videogesprek The video call
Het voordeel The advantage
Het voorstel The proposal
Houd Stop
Ijverig Diligent
Ik ben ervan overtuigd I am convinced
Ik denk dat I think that
Ik geloof dat I believe that
Ik vind I think
In dienst nemen To hire
Informeren To inform
Is The platform has already been tested several times today.
Je mening geven Giving your opinion
Juist Correct
Klopt Is correct
Maakt Makes
Naar het postkantoor gaan Going to the post office
Naar mijn mening In my opinion
Neemt Takes
Negatief Negative
Netto Net
Niet akkoord gaan met To disagree with
Onderhandelen To negotiate
Op afstand Remotely
Opmerken To notice
Organiseren To organise
Positief Positive
Punctueel Punctual
Samenwerken To collaborate
Solliciteren To apply for a job
Sturen To send
Stuurt Sends
Uitgenodigd Invited
Verantwoordelijk Responsible
Verbinden To connect
Vergaderen To hold a meeting
Verzenden To send
Volgens mij In my opinion
Voltooid Completed
Voltooien To complete
Was The laptop was not properly connected last week.
Wat What
Welk Which
Welke Which
Werd Was
Wie Who
Winnen To win
Wordt Is
Zich aanmelden To sign in
Zich afmelden To sign out
Zoekt Is looking for
Zonder twijfel Without a doubt