Bulgaars leermodules

Onze Bulgaarse syllabus is verdeeld in 6 leer modules per CEFR-niveau. Elke leer module heeft 6 tot 8 hoofdstukken en is ontworpen om in 1 of 2 maanden te bestuderen.

    Lespresentaties Audio- en videomaterialen Oefeningen en werkbladen
Module Leerdoelen Acties
Niveau: A1
1. To introduce oneself (Jezelf voorstellen)
  • Stel jezelf voor en vraag om informatie.
  • Basisvragen stellen.
  • Basiscijfers.
  • Inleiding tot werkwoorden.
Niveau: A1
2. From hours to seasons (Van uren tot seizoenen)
  • Tijd aangeven.
  • Praat over seizoenen, weken, maanden
  • Praat over het weer.
  • De rangtelwoorden.
Niveau: A1
3. Day to day (Dag tot dag)
  • Praat over je dagelijkse activiteiten.
  • Basisvragen stellen.
  • Winkelen en kopen.
Niveau: A1
4. Describing objects and people (Objecten en mensen beschrijven)
  • Beschrijf wat je in je omgeving ziet.
  • Veelvoorkomende bijvoeglijke naamwoorden en voorwerpen.
  • Beschrijf het uiterlijk van mensen en dingen.
Niveau: A1
5. At home (Thuis)
  • Beschrijf je huis en de directe omgeving.
  • Basis huisdieren en planten in en rondom het huis.
Niveau: A1
6. The city and the village (De stad en het dorp)
  • Bespreek de meest voorkomende dagelijkse situaties in een stad.
  • Vragen en geven van richtingen.
  • Vervoer en navigatie.
Niveau: A2
1. Travelling: into the wild! (Reizen: op avontuur!)
  • Omgaan met veelvoorkomende situaties tijdens het reizen.
  • Het uitdrukken van oorzaak en doel.
Niveau: A2
2. Society and government (Maatschappij en overheid)
  • Ken de gangbare overheid, media en publieke diensten.
  • Omgaan met basisbureaucratie.
  • Leer de verleden tijden.
Niveau: A2
3. Weekend plans (Weekendplannen)
  • Praat over veelvoorkomende weekendactiviteiten.
  • Integreer de toekomende tijd.
Niveau: A2
4. Lifestyle (Levensstijl)
  • Praat over je levensstijl.
  • Ontdek levensstijlen van nu en het verleden.
Niveau: A2
5. Daily household (Dagelijks huishouden)
  • Alles over basis huishoudelijke situaties.
  • Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd.
Niveau: A2
6. At work (Op het werk)
  • Basiswoordenschat op het werk en op kantoor.
  • Een baan vinden en krijgen.
  • Subjunctieve en hypothetische tijden.
  • Negatieve en onregelmatige imperatieven.
Niveau: B1
1. Chit chat and conversations (Kletspraat en gesprekken)
  • Voer formele en informele gesprekken.
  • Leer verschillende communicatiekanalen.
  • Aanvoegende wijs.
Niveau: B1
2. Everyday media (Alledaagse media)
  • Praat over alledaagse media.
  • Geef je mening.
  • Menging van alle verleden tijden.
Niveau: B1
3. Dreams (Dromen)
  • Druk je verlangens en wensen in het leven uit.
  • Voorwaardelijke wijs.
Niveau: B1
4. Healthy lifestyle (Gezonde levensstijl)
  • Praat over gezondheid en gewoonten voor een goed leven.
  • Instructies geven.
  • Lijdende vorm.
Niveau: B1
5. Adult life (Volwassen leven)
  • Een praktische toolkit voor levenssituaties als volwassene.
  • Ondergeschikte bijzinnen.
Niveau: B1
6. Living abroad (In het buitenland wonen)
  • Een praktische gids voor het leven in het buitenland.
  • Verbindingswoorden.
Niveau: B2
1. Cities: jungle or community? (Steden: jungle of gemeenschap?)
  • Bespreek maatschappelijke en gemeenschapskwesties
Niveau: B2
2. Technology and society (Technologie en maatschappij)
  • Technologische evolutie
  • Impact van de samenleving