Antwoorden (antworten) - Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Präteritum, indikativ) Teilen Kopiert!

Antwoorden - Konjugation von antworten auf Niederländisch: Konjugationstabelle, Beispiele und Übungen im Plusquamperfekt, Indikativ. (Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs).
Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Präteritum, indikativ)
Alle Konjugationen und Zeiten: Antwoorden (antworten) - Verbkonjugation und Übungen
Lehrplan: Niederländischunterricht - Dingen vragen (Dinge fragen)
Konjugation von antworten im Präteritum (OVT)
Niederländisch | Deutsch |
---|---|
(ik) antwoordde | ich antwortete |
(jij) antwoordde/antwoorde | du antwortetest/antwortetest |
(hij/zij/het) antwoordde | er/sie/es antwortete |
(wij) antwoordden | wir antworteten |
(jullie) antwoordden | ihr antwortetet |
(zij) antwoordden | sie antworteten |
Beispielsätze
Niederländisch | Deutsch |
---|---|
Ik antwoordde zonder twijfel tijdens de onderhandeling. | Ich antwortete ohne Zweifel während der Verhandlung. |
Jij antwoordde juist op het tegenargument in de vergadering. | Du antwortetest genau auf das Gegenargument in der Sitzung. |
Hij antwoordde positief op het voorstel van het team. | Er antwortete positiv auf den Vorschlag des Teams. |
Wij antwoordden met een duidelijk argument tijdens het overleg. | Wir antworteten mit einem klaren Argument während der Beratung. |
Jullie antwoordden op de vragen over het compromis netjes. | Ihr antwortetet ordentlich auf die Fragen zum Kompromiss. |
Zij antwoordden negatief, omdat ze het niet eens waren. | Sie antworteten negativ, weil sie nicht einverstanden waren. |
Übung: Verbkonjugation
Anleitung: Wählen Sie die richtige Form.
antwoordden, antwoordde
1.
Hij ... positief op het voorstel van het team.
(Er antwortete positiv auf den Vorschlag des Teams.)
2.
Ik ... zonder twijfel tijdens de onderhandeling.
(Ich antwortete ohne Zweifel während der Verhandlung.)
3.
Wij ... met een duidelijk argument tijdens het overleg.
(Wir antworteten mit einem klaren Argument während der Beratung.)
4.
Jij ... juist op het tegenargument in de vergadering.
(Du antwortetest genau auf das Gegenargument in der Sitzung.)
5.
Zij ... negatief, omdat ze het niet eens waren.
(Sie antworteten negativ, weil sie nicht einverstanden waren.)
6.
Jullie ... op de vragen over het compromis netjes.
(Ihr antwortetet ordentlich auf die Fragen zum Kompromiss.)