Huren (mieten) - Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs (Konditionalsatz Gegenwart, konjunktiv ii) Teilen Kopiert!

Huren - Konjugation von Mieten auf Niederländisch: Konjugationstabelle, Beispiele und Übungen im Konditional Präsens, Konditionalsatz. (Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs).
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs (Konditionalsatz Gegenwart, konjunktiv ii)
Alle Konjugationen und Zeiten: Huren (mieten) - Verbkonjugation und Übungen
Lehrplan: Niederländischunterricht - Huisvesting en accommodatie (Wohnen und Unterbringung)
Konjugation von mieten im Konjunktiv Gegenwart
Niederländisch | Deutsch |
---|---|
ik zou huren | ich würde mieten |
jij zou huren | du würdest mieten |
hij/zij/het zou huren | er/sie/es würde mieten |
wij zouden huren | wir würden mieten |
jullie zouden huren | ihr würdet mieten |
zij zouden huren | sie würden mieten |
Beispielsätze
Niederländisch | Deutsch |
---|---|
Ik zou een appartement huren in deze buurt. | Ich würde eine Wohnung in dieser Gegend mieten. |
Jij zou het huurcontract eerst goed moeten lezen. | Du solltest den Mietvertrag zuerst gut lesen. |
Hij zou de servicekosten willen weten voor het huren. | Er würde die Nebenkosten für das Mieten wissen wollen. |
Wij zouden liever een gemeubileerd appartement huren. | Wir würden lieber eine möblierte Wohnung mieten. |
Jullie zouden met de makelaar het huurcontract ondertekenen. | Ihr würdet mit dem Makler den Mietvertrag unterschreiben. |
Zij zouden de huur betalen zodra het contract klaar is. | Sie würden die Miete bezahlen, sobald der Vertrag fertig ist. |