10K+ Studenten - 4.8/5
Lerne mit einem Lehrer Lernmaterialien inbegriffen Konversation üben

Observeren (beobachten) - Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Präteritum, indikativ)

Observeren (beobachten) - Verbkonjugation und Übungen

Observeren - Konjugation von beobachten auf Niederländisch: Konjugationstabelle, Beispiele und Übungen im Plusquamperfekt, Indikativ. (Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs).

Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Präteritum, indikativ)

Alle Konjugationen und Zeiten: Observeren (beobachten) - Verbkonjugation und Übungen

Lehrplan: Niederländischunterricht - Op de camping (Auf dem Campingplatz)

Konjugation von beobachten im Präteritum

Niederländisch Deutsch
(ik) observeerde ich beobachtete
(jij) observeerde/observeerde du beobachtetest
(hij/zij/het) observeerde er/sie/es beobachtete
(wij) observeerden wir beobachteten
(jullie) observeerden ihr beobachtetet
(zij) observeerden sie beobachteten

Beispielsätze

Niederländisch Deutsch
Ik observeerde de maan en de sterren duidelijk. Ich beobachtete den Mond und die Sterne deutlich.
Jij observeerde het noorden op de wereldkaart nauwkeurig. Du beobachtetest den Norden auf der Weltkarte genau.
Hij observeerde de hemel tijdens de campingnacht. Er beobachtete den Himmel während der Campingnacht.
Wij observeerden de ruimte en de planeet vanaf het platteland. Wir beobachteten den Weltraum und den Planeten vom Land aus.
Jullie observeerden het zuiden en het westen op de kaart. Ihr beobachtetet den Süden und den Westen auf der Karte.
Zij observeerden de oceaan en de sterren bij het kampvuur. Sie beobachteten den Ozean und die Sterne am Lagerfeuer.

Übung: Verbkonjugation

Anleitung: Wählen Sie die richtige Form.

Übersetzung anzeigen Antworten zeigen

observeerde, observeerden

1.
Hij ... de hemel tijdens de campingnacht.
(Er beobachtete den Himmel während der Campingnacht.)
2.
Wij ... de ruimte en de planeet vanaf het platteland.
(Wir beobachteten den Weltraum und den Planeten vom Land aus.)
3.
Ik ... de maan en de sterren duidelijk.
(Ich beobachtete den Mond und die Sterne deutlich.)
4.
Jij ... het noorden op de wereldkaart nauwkeurig.
(Du beobachtetest den Norden auf der Weltkarte genau.)
5.
Zij ... de oceaan en de sterren bij het kampvuur.
(Sie beobachteten den Ozean und die Sterne am Lagerfeuer.)
6.
Jullie ... het zuiden en het westen op de kaart.
(Ihr beobachtetet den Süden und den Westen auf der Karte.)