10K+ Studenten - 4.8/5
Lerne mit einem Lehrer Lernmaterialien inbegriffen Konversation üben

Regeren (regieren) - Verbkonjugation und Übungen

Konjugation des regeren (regieren) für alle Zeitformen mit Beispielsätzen und Übungen.

Regeren (regieren) - Verbkonjugation und Übungen

Lernmaterialien, die dieses Verb implementieren:

Niveau: A2

Modul 2: Maatschappij en overheid (Gesellschaft und Regierung)

Lektion 15: De regering en verkiezingen (Die Regierung und die Wahlen)

Infinitief Voltooid deelwoord
Regeren (regieren) Geregeerd (regiert)

Zeitformen

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) regeer ich regiere
(jij) regeert/regeer du regierst/regiere
(hij/zij/het) regeert er/sie/es regiert
(wij) regeren wir regieren
(jullie) regeren ihr regiert
(zij) regeren sie regieren

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) regeerde ich regierte
(jij) regeerde/regeerde du regiertest
(hij/zij/het) regeerde Er/sie/es regierte
(wij) regeerden Wir regierten
(jullie) regeerden ihr regiertet
(zij) regeerden sie regierten

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) heb geregeerd ich habe regiert
(jij) hebt geregeerd / hebt geregeerd du hast regiert
(hij/zij/het) heeft geregeerd Er/sie/es hat regiert
(wij) hebben geregeerd wir haben regiert
(jullie) hebben geregeerd Ihr habt regiert
(zij) hebben geregeerd Sie haben regiert

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) heb geregeerd Ich habe regiert
(jij) hebt geregeerd / hebt geregeerd du hast regiert
(hij/zij/het) heeft geregeerd Er/sie/es hat regiert
(wij) hebben geregeerd wir haben regiert
(jullie) hebben geregeerd Ihr habt regiert
(zij) hebben geregeerd sie haben regiert

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Niederländisch Deutsch
(ik) zal regeren Ich werde regieren
(jij) zal/zult regeren du wirst regieren
(hij/zij/het) zal regeren er wird regieren
(wij) zullen regeren Wir werden regieren
(jullie) zullen regeren Ihr werdet regieren
(zij) zullen regeren Sie werden regieren

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Niederländisch Deutsch
(ik) zal geregeerd hebben Ich werde regiert haben
(jij) zult geregeerd hebben / zal geregeerd hebben du wirst regiert haben
(hij/zij/het) zal geregeerd hebben er/sie/es wird regiert haben
(wij) zullen geregeerd hebben wir werden regiert haben
(jullie) zullen geregeerd hebben ihr werdet regiert haben
(zij) zullen geregeerd hebben Sie werden regiert haben
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) conditionele_tegenwoordige_tijd (compound) ich würde regieren
(jij) ik zou regeren du würdest regieren
(hij/zij/het) jij zou regeren er würde regieren
(wij) hij/zij/het zou regeren wir würden regieren er/sie/es würde regieren
(jullie) wij zouden regeren ihr würdet regieren
(zij) jullie zouden regeren sie würden regieren

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Niederländisch Deutsch
(ik) zou geregeerd hebben ich hätte regiert
(jij) zou geregeerd hebben du hättest regiert
(hij/zij/het) zou geregeerd hebben er hätte regiert
(wij) zouden geregeerd hebben Wir hätten regiert
(jullie) zouden geregeerd hebben ihr hättet regiert
(zij) zouden geregeerd hebben sie hätten regiert
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Niederländisch Deutsch
Regeer! Regiere