10K+ students - 4.8/5
Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation

Dutch A1 module 6: De stad en het dorp (The city and the village)

This is learning module 6 of 6 of our Dutch A1 syllabus. Each learning module contains 6 till 8 chapters.

Learning goals:

  • Talk about most common daily situations in a city.
  • Ask and give directions.
  • Transportation and navigation.

Word list (167)

Core vocabulary (98): Verbs: 25, Adverbs: 6, Nouns: 66, Sentences / word combination: 1
Context vocabulary: 69

Dutch English
Af en toe Occasionally
Altijd Always
België Belgium
Bereide Prepared
Bestelde Ordered
Bestellen To order
Bewegen To move
Boksen To box
Dan Then
Dansen To dance
De acteur The actor
De actrice The actress
De apotheek The pharmacy
De auto The car
De bakker The baker
De bar The bar
De bibliotheek The library
De bioscoop The cinema
De boot The boat
De bus The bus
De dans The dance
De discotheek The nightclub
De fiets The bicycle
De film The film
De foto The photo
De halte The bus stop
De hobby The hobby
De kantine The canteen
De kunst The art
De kunstenaar The artist
De menukaart The menu
De metro The underground
De muziek The music
De richting The direction
De school The school
De show The show
De spoed The emergency
De sport The sport
De sportschool The gym
De straat The street
De taxi The taxi
De televisie The television
De tentoonstelling The exhibition
De tram The tram
De trein The train
De uitnodiging The invitation
De universiteit The university
De wedstrijd The match
De weg The road
De zanger The singer
De zangeres The singer
Dichtbij Nearby
Door Through
Fietsen To cycle
Ga Go
Gauw Quickly
Geboekte Booked
Gebouwd Built
Gebruiken To use
Gedronken Drunk
Gegaan Went
Gekookt Cooked
Gekookte Cooked
Gekozen Chosen
Geleend Borrowed
Geopend Opens
Gepland Scheduled
Geplande Scheduled
Geserveerde Served
Gesport Worked out
Gewacht Waited
Gewerkt Have worked
Geïrriteerd Irritated
Heb Have
Hebben Have
Hebt Have
Heeft Has
Het adres The address
Het basketbal Basketball
Het boek The book
Het centrum The centre
Het concert The concert
Het drankje The drink
Het evenement The event
Het gerecht The dish
Het hoofdgerecht The main course
Het instrument The instrument
Het kantoor The office
Het kunstwerk The artwork
Het museum The museum
Het nagerecht The dessert
Het park The park
Het postkantoor The post office
Het restaurant The restaurant
Het schilderij The painting
Het station The station
Het tennis Tennis
Het theater The theatre
Het vliegtuig The aeroplane
Het voetbal The football
Het voorgerecht The starter
Het ziekenhuis The hospital
Hoelang How long
Is The school is built next to the library.
Italië Italy
Kaart Map
Kijken To watch
Kijkt Have a look
Klaar Ready
Koken To cook
Koppeldate Double date
Langs Along
Lezen To read
Links Left
Linksaf Turn left
Loop Walk
Lopen To walk
Luisteren To listen
Luistert Are you listening
Morgen Tomorrow
Mozaïek Mosaic
Naar I am going to the city.
Navigatie Satnav
Neem Turn
Nemen To take
Nooit Never
Nu Now
Om Around
Ontspanning Relaxation
Over The train runs along the track.
Poëzie Poetry
Quality time Quality time
Rechtdoor Straight on
Rechtsaf Turn right
Reservatie Reservation
Reëel Realistic
Rijden To drive
Schilderen To paint
Soep Soup
Soms Occasionally
Spelen To play
Sporten To sport
Station Station
Stop Get off
Stoppen To stop
Supermarkt Supermarket
Te voet On foot
Tekenen To draw
Telkens Whenever
Tot The car drives up to the end of the road.
Turnen To do gymnastics
Vaak Often
Van From
Vandaag Today
Ver Far
Verstuurd Sent
Vliegen To fly
Wachten Wait
Wandelen Walk
Wanneer When do you
Zal Will
Zijn Have
Zingen To sing
Zoek Find
Zoeken Search
Zullen Shall
Zwemmen To swim