10K+ students - 4.8/5
Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation

Geloven (to believe)

Conjugation of geloven (to believe) for all verb tenses with example phrases and exercises.

Geloven (to believe)

Learning materials that implement this verb:

Category: a2

Module 6: Op het werk (At work)

Lesson 41: Meningen en onderhandelingen (Opinions and negotiations)

Infinitief Voltooid deelwoord
Geloven (to believe) Geloofd (Believed)

Verb tenses

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Dutch English
(ik) onvoltooid_tegenwoordige_tijd I believe
(jij) geloof you believe
(hij/zij/het) gelooft/geloof he/she/it believes
(wij) gelooft we believe
(jullie) geloven you believe
(zij) geloven they believe

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Dutch English
(ik) geloofde I believed
(jij) geloofde/geloof you believed/believe
(hij/zij/het) geloofde he/she/it believed
(wij) geloofden we believed
(jullie) geloofden you believed
(zij) geloofden they believed

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Dutch English
(ik) heb geloofd I have believed
(jij) hebt geloofd / hebt geloofd You have believed
(hij/zij/het) heeft geloofd he/she/it believed
(wij) hebben geloofd we have believed
(jullie) hebben geloofd you have believed
(zij) hebben geloofd they have believed

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Dutch English
(ik) heb geloofd I believed
(jij) heb/ hebt geloofd you believed
(hij/zij/het) heeft geloofd he/she/it believed
(wij) hebben geloofd we have believed
(jullie) hebben geloofd You have believed
(zij) hebben geloofd they believed

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Dutch English
ik zal geloven I will believe
jij zult geloven / zal jij geloven You will believe / you shall believe
hij/zij/het zal geloven he/she/it will believe
wij zullen geloven we will believe
jullie zullen geloven you will believe
zij zullen geloven they will believe

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Dutch English
(ik) zal hebben geloofd I will have believed
(jij) zal hebben geloofd / zul hebben geloofd you will have believed
(hij/zij/het) zal hebben geloofd he/she/it will have believed
(wij) zullen hebben geloofd We will have believed
(jullie) zullen hebben geloofd you will have believed
(zij) zullen hebben geloofd They will have believed
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Dutch English
ik zou geloven I would believe
jij zou geloven / zou jij geloven You would believe / would you believe
(hij/zij/het) hij zou geloven he would believe
wij zouden geloven we would believe
jullie zouden geloven You would believe
zij zouden geloven they would believe

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Dutch English
ik zou geloofd hebben I would have believed
jij zou geloofd hebben / zou je geloofd hebben You would have believed / you would have believed
hij/zij/het zou geloofd hebben he/she/it would have believed
wij zouden geloofd hebben we would have believed
jullie zouden geloofd hebben You would have believed
zij zouden geloofd hebben They would have believed
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Dutch English
Geloof! You believe