10K+ students - 4.8/5
Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation

Lijken (to seem) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Present continuous, indicative mood)

Lijken (to seem) - Verb conjugation and exercises

Lijken - Conjugation of To seem in Dutch: Conjugation table, examples and exercises in the present continuous, indicative mood tense (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Present continuous, indicative mood)

All conjugations and tenses: Lijken (to seem) - Verb conjugation and exercises

Syllabus: Dutch lesson - Fysiek en uiterlijk (Physical appearance)

Conjugation of to seem in Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Dutch English
(ik) lijk I seem
(jij) lijkt/lijk you seem/seems
(hij/zij/het) lijkt he/she/it seems
(wij) lijken we seem
(jullie) lijken you seem
(zij) lijken they seem

Example phrases

Dutch English
Ik lijk op mijn vader met die baard. I seem like my father with that beard.
Jij lijkt dik met zo'n korte jas. You seem fat with such a short coat.
Hij lijkt groot met die lange benen. He seems tall with those long legs.
Wij lijken klein zonder onze brillen. We seem small without our glasses.
Jullie lijken mooi met krullen. You seem nice with curls.
Zij lijken blond met die lichte huid. They seem blond with that light skin.

Exercise: Verb conjugation

Instruction: Choose the correct form.

Show translation Show answers

lijkt, <strong>lijk, lijken, lijk

1.
Wij ... klein zonder onze brillen.
(We seem small without our glasses.)
2.
Ik ... op mijn vader met die baard.
(I seem like my father with that beard.)
3.
Jij ...t dik met zo'n korte jas.
(You seem fat with such a short coat.)
4.
Jullie ... mooi met krullen.
(You seem nice with curls.)
5.
Hij ... groot met die lange benen.
(He seems tall with those long legs.)
6.
Zij ... blond met die lichte huid.
(They seem blond with that light skin.)