10K+ students - 4.8/5
Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation

Springen (jump) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Present continuous, indicative mood)

Springen (jump) - Verb conjugation and exercises

Springen - Conjugation of Jump in Dutch: Conjugation table, examples and exercises in the present continuous, indicative mood tense (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Present continuous, indicative mood)

All conjugations and tenses: Springen (jump) - Verb conjugation and exercises

Syllabus: Dutch lesson - Jouw huisdieren (Your pets)

Conjugation of jump in Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Dutch English
(ik) spring I jump
(jij) springt/spring you jump
(hij/zij/het) springt he/she/it jumps
(wij) springen we jump
(jullie) springen you jump
(zij) springen they jump

Example phrases

Dutch English
Ik spring met de hond door de tuin. I am jumping with the dog through the garden.
Jij springt snel als de muis rent. You jump quickly when the mouse runs.
De kat springt op de stoel rustig. The cat jumps calmly onto the chair.
Wij springen samen met het konijn buiten. We jump outside together with the rabbit.
Jullie springen snel als de vogel vliegt. You jump quickly as the bird flies.
Zij springen langzaam met de schildpad mee. They jump slowly along with the tortoise.

Exercise: Verb conjugation

Instruction: Choose the correct form.

Show translation Show answers

spring, springen, springt, <strong>spring

1.
De kat ... op de stoel rustig.
(The cat jumps calmly onto the chair.)
2.
Zij ... langzaam met de schildpad mee.
(They jump slowly along with the tortoise.)
3.
Jij ...t snel als de muis rent.
(You jump quickly when the mouse runs.)
4.
Jullie ... snel als de vogel vliegt.
(You jump quickly as the bird flies.)
5.
Wij ... samen met het konijn buiten.
(We jump outside together with the rabbit.)
6.
Ik ... met de hond door de tuin.
(I am jumping with the dog through the garden.)