10K+ students - 4.8/5
Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation

Sterven (to die)

Conjugation of sterven (to die) for all verb tenses with example phrases and exercises.

Sterven (to die)

Learning materials that implement this verb:

Category: a2

Module 5: Dagelijks huishouden (Daily household)

Lesson 32: Gezinsplannen (Family plans)

Infinitief Voltooid deelwoord
Sterven (to die) Gestorven (Died)

Verb tenses

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Dutch English
(ik) sterf I die
(jij) sterft / sterf (na inversion) you die/die (after inversion)
(hij/zij/het) sterft he/she/it dies
(wij) sterven we die
(jullie) sterven you die
(zij) sterven they die

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Dutch English
(ik) stierf I died
(jij) stierf/stierft you died/you die
(hij/zij/het) stierf he/she/it died
(wij) stierven we died
(jullie) stierven you died
(zij) stierven they died

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Dutch English
(ik) ben gestorven/heb gestorven I have died
(jij) bent gestorven/heb gestorven you have died/I have died
(hij/zij/het) is gestorven/heb gestorven he/she/it has died/I have died
(wij) zijn gestorven/hebben gestorven we have died/have died
(jullie) zijn gestorven/hebben gestorven you have died/you died
(zij) zijn gestorven/hebben gestorven they have died

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Dutch English
(ik) ben gestorven I died
(jij) bent gestorven / bent gestorven? you have died / have died
(hij/zij/het) is gestorven he/she/it died
(wij) zijn gestorven we have died
(jullie) zijn gestorven You have died
(zij) zijn gestorven They died

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Dutch English
(ik) zal gestorven zijn/zal gesterven zijn I will have died
(jij) zal gestorven zijn/zult gestorven zijn you will have died
(hij/zij/het) zal gestorven zijn He/she/it will have died
(wij) zullen gestorven zijn we will have died
(jullie) zullen gestorven zijn you will have died
(zij) zullen gestorven zijn They will have died

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Dutch English
(ik) zal zijn gestorven/zal gestorven zijn I will have died
(jij) zult zijn gestorven/zult gestorven zijn you will have died
(hij/zij/het) zal zijn gestorven/zal gestorven zijn he/she/it will have died
(wij) zullen zijn gestorven/zullen gestorven zijn we will have died
(jullie) zullen zijn gestorven/zullen gestorven zijn you will have died/will have died
(zij) zullen zijn gestorven/zullen gestorven zijn they will have died
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Dutch English
(ik) Conditionele Tegenwoordige Tijd (samengesteld) / Onvoltooid Verleden Toekomende Tijd I would be dying / I would die / I would have been going to die
(jij) ik zou sterven you would die
(hij/zij/het) jij zou sterven / zou jij sterven (he/she/it) would die / you would die
(wij) hij/zij/het zou sterven we/he/she/it would die
(jullie) wij zouden sterven you would die
(zij) jullie zouden sterven They would die

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Dutch English
ik zou gestorven zijn I would have died
jij zou gestorven zijn You would have died
hij/zij/het zou gestorven zijn he/she/it would have died
wij zouden gestorven zijn we would have died
jullie zouden gestorven zijn you would have died
zij zouden gestorven zijn they would have died
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Dutch English
Sterf! You die