A2.32: Family plans

Gezinsplannen

This lesson focuses on discussing family plans using the Dutch conditional tense (onvoltooid verleden toekomende tijd). Learn essential expressions like 'Ik zou graag samenwonen' (I would like to live together) and 'We zouden een gezin willen stichten' (We would like to start a family).

Listening & reading materials

Practice vocabulary in context with real materials.

Vocabulary (12)

 Een gezin stichten: Starting a family (Dutch)

Een gezin stichten

Show

Starting a family Show

 De relatie: The relationship (Dutch)

De relatie

Show

The relationship Show

 Het koppel: The couple (Dutch)

Het koppel

Show

The couple Show

 Het huisdier: The pet (Dutch)

Het huisdier

Show

The pet Show

 Een kind krijgen: Having a child (Dutch)

Een kind krijgen

Show

Having a child Show

 De baby: The baby (Dutch)

De baby

Show

The baby Show

 De tiener: The teenager (Dutch)

De tiener

Show

The teenager Show

 De volwassene: The adult (Dutch)

De volwassene

Show

The adult Show

 Samenwonen (to live together) - Verb conjugation and exercises

Samenwonen

Show

To live together Show

 Trouwen (to marry) - Verb conjugation and exercises

Trouwen

Show

To marry Show

 Scheiden (to divorce) - Verb conjugation and exercises

Scheiden

Show

To divorce Show

 Sterven (to die) - Verb conjugation and exercises

Sterven

Show

To die Show

Exercises

These exercises can be done together during conversation lessons or as homework.

Exercise 1: Translate and use in a sentence

Instruction: Pick a word, translated and use the word in a sentence or dialogue.

1

De relatie


The relationship

2

Scheiden


To divorce

3

Een gezin stichten


Starting a family

4

Samenwonen


To live together

5

Trouwen


To marry

Oefening 2: Conversation exercise

Instructie:

  1. What is the next big step (your partner and) you want to take? (What is the next big step (your partner and) you want to take?)
  2. Would you like to start a family? (Would you like to start a family?)
  3. Would you like to have pets? Why or why not? (Would you like to have pets? Why or why not?)

Teaching guidelines +/- 10 minutes

Example phrases:

Mijn partner en ik gaan in juni trouwen.

My partner and I are getting married in June.

Ik heb geen partner, maar mijn beste vriend en ik zijn net samen gaan wonen.

I don't have a partner but my best friend and I just moved in together.

Ik wil binnenkort een gezin stichten. Ik zou graag 3 kinderen willen hebben.

I would like to start a family soon. I would love to have 3 children.

Ik wil in de toekomst geen kinderen. Mijn partner en ik zijn heel gelukkig zonder hen.

I don't want to have children in the future. My partner and I are very happy without them.

Ik zou later graag een hond en twee katten willen hebben. Ik ben opgegroeid met huisdieren en ik zou hetzelfde willen voor mijn kinderen.

I would like to have a dog and two cats later. I grew up with pets and I would like the same for my children.

Een huisdier is een grote verantwoordelijkheid en met ons werk en twee kinderen hebben we niet genoeg tijd om voor een huisdier te zorgen.

A pet is a lot of responsibility and with our work and two children we do not have enough time to care for a pet.

...

Exercise 3: Dialogue Cards

Instruction: Select a situation and practice the conversation with your teacher or fellow students.

Exercise 4: Multiple Choice

Instruction: Choose the correct solution

1. Ik ___ graag binnenkort met mijn partner samenwonen.

(I ___ like to live together with my partner soon.)

2. We ___ misschien een huisdier nemen als we een huis kopen.

(We ___ might get a pet if we buy a house.)

3. Hij ___ graag binnen vijf jaar een gezin willen stichten.

(He ___ would like to start a family within five years.)

4. Jullie ___ aan de toekomst moeten denken voordat jullie trouwen.

(You all ___ should think about the future before you get married.)

Exercise 5: Making family plans

Instruction:

Wij (Zouden - Conditionele Tegenwoordige Tijd) graag binnenkort gaan samenwonen. Ik (Zouden - Conditionele Tegenwoordige Tijd) ook graag willen trouwen als alles goed gaat. Mijn partner en ik (Zouden - Conditionele Tegenwoordige Tijd) graag een kind willen krijgen, maar we weten dat het veel werk is. Soms (Zouden - Conditionele Tegenwoordige Tijd) ik willen dat onze relatie sterker was. Daarom (Zouden - Conditionele Tegenwoordige Tijd) we meer tijd met elkaar moeten doorbrengen.


We would like to live together soon. I would also like to get married if all goes well. My partner and I would like to have a child, but we know it’s a lot of work. Sometimes I would wish our relationship was stronger. That’s why we would need to spend more time together.

Verb Tables

Zouden - Would

Conditionele Tegenwoordige Tijd

  • Ik zou
  • Jij zou
  • Hij/Zij/Het zou
  • Wij zouden
  • Jullie zouden
  • Zij zouden

Exercise 6: Wensen, beleefdheid en suggesties met onvoltooid verleden toekomende tijd

Instruction: Fill in the correct word.

Grammar: Wishes, politeness and suggestions with onvoltooid verleden toekomende tijd

Show translation Show answers

zou, Zou, zouden

1.
Ik ... graag willen reizen voordat ik een gezin sticht.
(I would like to travel before I start a family.)
2.
Ik ... graag een gezin stichten in de toekomst.
(I would like to start a family in the future.)
3.
... jij mij kunnen bellen morgenavond?
(Could you call me tomorrow evening?)
4.
Wij ... willen verhuizen naar een groter huis.
(We would like to move to a bigger house.)
5.
We ... een huisdier kunnen nemen?
(We could get a pet?)
6.
Hij ... willen trouwen volgend jaar in de zomer.
(He would like to get married next year in the summer.)
7.
... je willen samenwonen met je partner?
(Would you like to live together with your partner?)
8.
Zij ... graag een relatie beginnen dit jaar.
(She would like to start a relationship this year.)

Grammar

It's not the most exciting thing, we admit, but it’s absolutely essential (and we promise it'll pay off)!

A2.32.2 Grammatica

Wensen, beleefdheid en suggesties met onvoltooid verleden toekomende tijd

Wishes, politeness and suggestions with onvoltooid verleden toekomende tijd


Verb conjugation tables for this lesson

Leven live

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)

Dutch English
ik zou leven I would live
jij zou leven / zou jij leven you would live / would you live
(hij/zij/het) hij zou leven / zij zou leven / het zou leven he would live / she would live / it would live
wij zouden leven we would live
jullie zouden leven you would live
zij zouden leven they would live

Exercises and examples phrases

Trouwen to marry

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)

Dutch English
(ik) zou trouwen I would marry
(jij) zou trouwen You would marry
(hij/zij/het) zou trouwen he/she/it would marry
(wij) zouden trouwen we would marry
(jullie) zouden trouwen You would marry
(zij) zouden trouwen they would marry

Exercises and examples phrases

Don't see progress when learning on your own? Study this material with a certified teacher!

Do you want to practice Dutch today? That is possible! Just contact one of our teachers today.

Enroll now!

Lesson Overview: Family Plans and Future Wishes in Dutch

This lesson focuses on discussing family plans, wishes, politeness, and suggestions using the onvoltooid verleden toekomende tijd (conditional present tense) in Dutch. It is designed for learners at the A2 level and provides practical dialogues and examples about planning a family, sharing future wishes, and giving polite advice.

Main Language Themes

  • Expressing wishes and plans: Using "Ik zou graag... willen" to express desires or intentions politely.
  • Politeness and suggestions: Phrases like "Je zou kunnen..." and "Misschien zou je..." to make polite recommendations or discuss options.
  • Conditional verb forms: Focus on the verb "zouden" (would) to create polite or hypothetical statements about the future.

Key Vocabulary and Example Phrases

  • family-related terms: kinderen (children), gezin (family), samenwonen (living together), trouwen (marry), opvoeden (parenting), huisdier (pet), huisvesting (housing)
  • modal verbs and expressions: zou graag willen (would like to), zouden moeten (should), misschien (maybe), binnenkort (soon), samen (together)
  • Example sentences:
    Ik zou graag over een paar jaar kinderen willen krijgen.
    Jullie zouden aan de toekomst moeten denken voordat jullie trouwen.

Lesson Content Summary

The lesson includes dialogues practicing conversations at home about family plans, discussions with friends about relationships and future intentions, and polite advice about family topics in the workplace. Learners practice recognizing and using conditional verb forms in relevant social contexts. A short story reinforces the conditional present tense usage for expressing wishes and hypothetical situations.

About the Conditional Present Tense in Dutch

In Dutch, the conditional present tense ("onvoltooid verleden toekomende tijd"), notably using forms of "zouden," is often used to express wishes, polite requests, or hypothetical situations. For example, "Ik zou graag... willen" means "I would like to...". This differs from English where "would" is also a conditional or polite form, but Dutch often structures such sentences with "zouden" plus an infinitive. Understanding this tense is essential for polite and nuanced conversation about future plans.

Useful Dutch Phrases and Their English Equivalents

  • Ik zou graag samenwonen. — I would like to live together.
  • Je zou kunnen overwegen om... — You could consider...
  • Misschien zouden we... — Maybe we would...
  • Dat klinkt mooi. — That sounds nice.
  • Ben je al nagedacht over... — Have you already thought about...

These lessons would not be possible without our amazing partners🙏