Créer (geloven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vervoeging van créer (maken) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

 Créer (geloven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: A1

Module 4: Describir objetos y personas. (Objecten en mensen beschrijven)

Les 24: Colores (Kleuren)

Infinitif Participe passé
Créer (maken) créé (gemaakt)

Werkwoordsvervoegingen

Indicatif

Present 

Spaans Nederlands
(je/j') crée ik geloof
(tu) crées jij gelooft
(il/elle/on) crée hij/zij/men gelooft
(nous) créons wij geloven
(vous) créez jullie geloven
(ils/elles) créent zij geloven

Imparfait 

Spaans Nederlands
(je/j') je créais ik geloofde
tu créais jij geloofde
il/elle/on créait hij/zij/men geloofde
nous créions wij geloofden
vous créiez jullie geloofden
ils/elles créaient zij geloofden

Passé composé 

Spaans Nederlands
(je/j') j'ai créé ik heb geloofd
tu as créé jij hebt geloofd
il/elle/on a créé hij/zij/men heeft geloofd
nous avons créé wij hebben geloofd
vous avez créé jullie hebben geloofd
ils/elles ont créé zij hebben geloofd

Plus-que-parfait 

Spaans Nederlands
(je/j') avais créé ik had geloofd
(tu) avais créé jij had geloofd
(il/elle/on) avait créé hij/zij/men had geloofd
(nous) avions créé wij hadden geloofd
(vous) aviez créé jullie hadden geloofd
(ils/elles) avaient créé zij hadden geloofd

Futur simple 

Spaans Nederlands
(je/j') je créerai ik zal geloven
tu créeras jij zult geloven
il/elle/on créera hij/zij/men zal geloven
nous créerons wij zullen geloven
vous créerez u zult geloven
ils/elles créeront zij zullen geloven

Futur antérieur 

Spaans Nederlands
(je/j') aurai créé ik zal geloofd hebben
(tu) auras créé jij zult geloven
(il/elle/on) aura créé hij/zij/men zal geloofd hebben
(nous) aurons créé wij zullen geloofd hebben
(vous) aurez créé jullie zullen geloofd hebben
(ils/elles) auront créé zij zullen geloofd hebben

Conditionnel

Conditionnel présent 

Spaans Nederlands
(je/j') je créerais ik zou geloven
tu créerais jij zou geloven
il/elle/on créerait hij/zij/men zou geloven
nous créerions wij zouden geloven
vous créeriez u zou geloven
ils/elles créeraient zij zouden geloven

Conditionnel passé 

Spaans Nederlands
(je/j') aurais créé ik zou geloven
(tu) aurais créé jij zou geloven
(il/elle/on) aurait créé hij/zij/men zou geloven
(nous) aurions créé wij zouden geloven
(vous) auriez créé jullie zouden geloven
(ils/elles) auraient créé zij zouden hebben geloofd

Subjonctif

Subjonctif présent 

Spaans Nederlands
(je/j') crée ik geloof
(tu) crées jij gelooft
(il/elle/on) crée hij/zij/men gelooft
(nous) créions wij geloven
(vous) créiez jullie geloven
(ils/elles) créent zij geloven

Subjonctif passé 

Spaans Nederlands
(je/j') que j'aie créé ik geloof dat ik heb gecreëerd
(tu) que tu aies créé jij hebt geloofd
(il/elle/on) qu'il/elle/on ait créé hij/zij/men geloofd heeft
(nous) que nous ayons créé wij dat wij geloofd hebben
(vous) que vous ayez créé jullie geloofd hebben
(ils/elles) qu'ils/elles aient créé zij hebben geloofd

Impératif

Impératif 

Spaans Nederlands
N/A geloof
Crée! Geloof