10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Cambiare (veranderen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vervoeging van cambiare (veranderen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

Cambiare (veranderen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: A1

Module 2: Dalle ore alle stagioni (Van uren tot seizoenen)

Les 12: Stagioni, mesi e parti dell'anno (Seizoenen, maanden en delen van het jaar)

Infinito Participio passato
Cambiare (veranderen) Cambiato (veranderd)

Werkwoordstijden

Indicativo

Presente 

Italiaans Nederlands
(io) cambio ik verander
(tu) cambi jij verandert
(lui/lei) cambia hij/zij verandert
(noi) cambiamo wij veranderen
(voi) cambiate jullie veranderen
(loro) cambiano zij veranderen

Imperfetto 

Italiaans Nederlands
(io) cambiavo ik veranderde
(tu) cambiavi jij veranderde
(lui/lei) cambiava hij/zij veranderde
(noi) cambiavamo wij veranderden
(voi) cambiavate jullie veranderden
(loro) cambiavano zij veranderden

Passato prossimo 

Italiaans Nederlands
(io) ho cambiato ik ben veranderd
(tu) hai cambiato jij hebt veranderd
(lui/lei) ha cambiato hij/zij heeft veranderd
(noi) abbiamo cambiato wij hebben veranderd
(voi) avete cambiato jullie hebben veranderd
(loro) hanno cambiato zij hebben veranderd

Trapassato prossimo 

Italiaans Nederlands
(io) avevo cambiato ik had veranderd
(tu) avevi cambiato jij had veranderd
(lui/lei) aveva cambiato hij/zij had veranderd
(noi) avevamo cambiato wij hadden veranderd
(voi) avevate cambiato jullie hadden veranderd
(loro) avevano cambiato zij hadden veranderd

Futuro semplice 

Italiaans Nederlands
(io) cambierò ik zal veranderen
(tu) cambierai jij zult veranderen
(lui/lei) cambierà hij/zij zal veranderen
(noi) cambieremo wij zullen veranderen
(voi) cambierete jullie zullen veranderen
(loro) cambieranno zij zullen veranderen

Futuro anteriore 

Italiaans Nederlands
(io) sarò cambiato/sarò cambiata ik zal veranderd zijn
(tu) sarai cambiato/sarai cambiata jij zult veranderd zijn
(lui/lei) sarà cambiato/sarà cambiata hij/zij zal veranderd zijn
(noi) saremo cambiati/saremo cambiate wij zullen zijn veranderd
(voi) sarete cambiati/sarete cambiate jullie zullen veranderd zijn
(loro) saranno cambiati/saranno cambiate zij zullen veranderd zijn

Condizionale

Condizionale presente 

Italiaans Nederlands
(io) cambierei ik zou veranderen
(tu) cambieresti jij zou veranderen
(lui/lei) cambierebbe hij/zij zou veranderen
(noi) cambieremmo wij zouden veranderen
(voi) cambiereste jullie zouden veranderen
(loro) cambierebbero zij zouden veranderen

Condizionale passato 

Italiaans Nederlands
(io) avrei cambiato ik zou veranderd hebben
(tu) avresti cambiato jij zou veranderd hebben
(lui/lei) avrebbe cambiato hij/zij zou veranderd hebben
(noi) avremmo cambiato wij zouden veranderd hebben
(voi) avreste cambiato jullie zouden veranderd hebben
(loro) avrebbero cambiato zij zouden veranderd hebben

Congiuntivo

Congiuntivo presente 

Italiaans Nederlands
(io) cambi ik verander
(tu) cambi jij verander
(lui/lei) cambi hij/zij verandert
(noi) cambiamo wij veranderen
(voi) cambiate jullie veranderen
(loro) cambino zij veranderen

Congiuntivo passato 

Italiaans Nederlands
io abbia cambiato ik ben veranderd
tu abbia cambiato jij hebt veranderd
lui/lei abbia cambiato hij/zij heeft veranderd
noi abbiamo cambiato wij hebben veranderd
voi abbiate cambiato jullie zijn veranderd
loro abbiano cambiato zij zijn veranderd

Congiuntivo imperfetto 

Italiaans Nederlands
(io) cambiassi ik zou veranderen
(tu) cambiassi jij zou veranderen
(lui/lei) cambiasse hij/zij veranderde
(noi) cambiassimo wij veranderden
(voi) cambiaste jullie veranderden
(loro) cambiassero zij veranderden

Congiuntivo trapassato 

Italiaans Nederlands
(io) avessi cambiato ik was veranderd
(tu) avessi cambiato jij zou veranderd hebben
(lui/lei) avesse cambiato hij/zij had veranderd
(noi) avessimo cambiato wij hadden veranderd
(voi) aveste cambiato jullie hadden veranderd
(loro) avessero cambiato zij zouden veranderd hebben

Imperativo

Imperativo 

Italiaans Nederlands
Cambia! jij verandert
Cambia! jij verandert
Cambi! wij veranderen
Cambiamo! Jullie veranderen
Cambiate! Verander!