10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Comprare (kopen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vervoeging van comprare (kopen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

Comprare (kopen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: A1

Module 3: Ogni giorno (Dag tot dag)

Les 19: Prezzi e soldi (Prijzen en geld)

Infinito Participio passato
Comprare (kopen) Comprato (gekocht)

Werkwoordstijden

Indicativo

Presente 

Italiaans Nederlands
(io) compro ik koop
(tu) compri jij koopt
(lui/lei) compra hij/zij koopt
(noi) compriamo wij kopen
(voi) comprate jullie kopen
(loro) comprano zij kopen

Imperfetto 

Italiaans Nederlands
(io) compravo ik kocht
(tu) compravi jij kocht
(lui/lei) comprava hij/zij kocht
(noi) compravamo wij kochten
(voi) compravate jullie kochten
(loro) compravano zij kochten

Passato prossimo 

Italiaans Nederlands
(io) ho comprato ik heb gekocht
(tu) hai comprato jij hebt gekocht
(lui/lei) ha comprato hij/zij heeft gekocht
(noi) abbiamo comprato wij hebben gekocht
(voi) avete comprato jullie hebben gekocht
(loro) hanno comprato zij hebben gekocht

Trapassato prossimo 

Italiaans Nederlands
(io) avevo comprato ik had gekocht
(tu) avevi comprato jij had gekocht
(lui/lei) aveva comprato hij/zij had gekocht
(noi) avevamo comprato wij hadden gekocht
(voi) avevate comprato jullie hadden gekocht
(loro) avevano comprato zij hadden gekocht

Futuro semplice 

Italiaans Nederlands
(io) comprerò ik zal kopen
(tu) comprerai jij zult kopen
(lui/lei) comprerà hij/zij zal kopen
(noi) compreremo wij zullen kopen
(voi) comprerete jullie zullen kopen
(loro) compreranno zij zullen kopen

Futuro anteriore 

Italiaans Nederlands
(io) avrò comprato ik zal gekocht hebben
(tu) avrai comprato jij zult gekocht hebben
(lui/lei) avrà comprato hij/zij zal gekocht hebben
(noi) avremo comprato wij zullen hebben gekocht
(voi) avrete comprato jullie zullen gekocht hebben
(loro) avranno comprato zij zullen gekocht hebben

Condizionale

Condizionale presente 

Italiaans Nederlands
(io) comprerei ik zou kopen
(tu) compreresti jij zou kopen
(lui/lei) comprerebbe hij/zij zou kopen
(noi) compreremmo wij zouden kopen
(voi) comprereste jullie zouden kopen
(loro) comprerebbero zij zouden kopen

Condizionale passato 

Italiaans Nederlands
(io) avrei comprato ik zou hebben gekocht
(tu) avresti comprato jij zou hebben gekocht
(lui/lei) avrebbe comprato hij/zij zou hebben gekocht
(noi) avremmo comprato wij zouden hebben gekocht
(voi) avreste comprato jullie zouden gekocht hebben
(loro) avrebbero comprato zij zouden gekocht hebben

Congiuntivo

Congiuntivo presente 

Italiaans Nederlands
(io) compri ik koop
(tu) compri jij koop
(lui/lei) compri hij/zij koopt
(noi) compriamo wij kopen
(voi) compriate jullie kopen
(loro) comprino zij kopen

Congiuntivo passato 

Italiaans Nederlands
(io) abbia comprato ik heb gekocht
(tu) abbia comprato jij hebt gekocht
(lui/lei) abbia comprato hij/zij heeft gekocht
(noi) abbiamo comprato wij hebben gekocht
(voi) abbiate comprato jullie hebben gekocht
(loro) abbiano comprato zij hebben gekocht

Congiuntivo imperfetto 

Italiaans Nederlands
(io) comprassi ik kocht
(tu) comprassi jij zou kopen
(lui/lei) comprasse hij/zij kocht
(noi) comprassimo wij zouden kopen
(voi) compraste jullie kochten
(loro) comprassero zij zouden kopen

Congiuntivo trapassato 

Italiaans Nederlands
(io) avessi comprato ik had gekocht
(tu) avessi comprato jij zou gekocht hebben
(lui/lei) avesse comprato hij/zij had gekocht
(noi) avessimo comprato wij hadden gekocht
(voi) aveste comprato jullie hadden gekocht
(loro) avessero comprato zij hadden gekocht

Imperativo

Imperativo 

Italiaans Nederlands
Compra! Koop
Compra! Koop
Compra! Koop
Compriamo! Jullie kopen
Comprate! Koop ze