10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Descrivere (beschrijven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vervoeging van descrivere (beschrijven) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

Descrivere (beschrijven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: A1

Module 3: Ogni giorno (Dag tot dag)

Les 22: Parti del corpo (Lichaamsdelen)

Infinito Participio passato
Descrivere (beschrijven) Descritto (beschreven)

Werkwoordstijden

Indicativo

Presente 

Italiaans Nederlands
(io) descrivo ik beschrijf
(tu) descrivi jij beschrijft
(lui/lei) descrive hij/zij beschrijft
(noi) descriviamo wij beschrijven
(voi) descrivete jullie beschrijven
(loro) descrivono zij beschrijven

Imperfetto 

Italiaans Nederlands
(io) descrivevo ik beschreef
(tu) descrivevi jij beschreef
(lui/lei) descriveva hij/zij beschreef
(noi) descrivevamo wij beschreven
(voi) descrivevate jullie beschreven
(loro) descrivevano zij beschreven

Passato prossimo 

Italiaans Nederlands
(io) ho descritto ik heb beschreven
(tu) hai descritto jij hebt beschreven
(lui/lei) ha descritto hij/zij heeft beschreven
(noi) abbiamo descritto wij hebben beschreven
(voi) avete descritto jullie hebben beschreven
(loro) hanno descritto zij hebben beschreven

Trapassato prossimo 

Italiaans Nederlands
(io) avevo descritto ik had beschreven
(tu) avevi descritto jij had beschreven
(lui/lei) aveva descritto hij/zij had beschreven
(noi) avevamo descritto wij hadden beschreven
(voi) avevate descritto jullie hadden beschreven
(loro) avevano descritto zij hadden beschreven

Futuro semplice 

Italiaans Nederlands
(io) descriverò ik zal beschrijven
(tu) descriverai jij zult beschrijven
(lui/lei) descriverà hij/zij zal beschrijven
(noi) descriveremo wij zullen beschrijven
(voi) descriverete jullie zullen beschrijven
(loro) descriveranno zij zullen beschrijven

Futuro anteriore 

Italiaans Nederlands
(io) avrò descritto ik zal beschreven hebben
(tu) avrai descritto jij zult hebben beschreven
(lui/lei) avrà descritto hij/zij zal beschreven hebben
(noi) avremo descritto wij zullen hebben beschreven
(voi) avrete descritto jullie zullen hebben beschreven
(loro) avranno descritto zij zullen hebben beschreven

Condizionale

Condizionale presente 

Italiaans Nederlands
(io) descriverei ik zou beschrijven
(tu) descriveresti jij zou beschrijven
(lui/lei) descriverebbe hij/zij zou beschrijven
(noi) descriveremmo wij zouden beschrijven
(voi) descrivereste jullie zouden beschrijven
(loro) descriverebbero zij zouden beschrijven

Condizionale passato 

Italiaans Nederlands
(io) avrei descritto ik zou hebben beschreven
(tu) avresti descritto jij zou hebben beschreven
(lui/lei) avrebbe descritto hij/zij zou hebben beschreven
(noi) avremmo descritto wij zouden beschreven hebben
(voi) avreste descritto jullie zouden beschreven hebben
(loro) avrebbero descritto zij zouden beschreven hebben

Congiuntivo

Congiuntivo presente 

Italiaans Nederlands
(io) descriva ik beschrijf
(tu) descriva jij beschrijf
(lui/lei) descriva hij/zij beschrijve
(noi) descriviamo wij beschrijven
(voi) descriviate jullie beschrijven
(loro) descrivano zij beschrijven

Congiuntivo passato 

Italiaans Nederlands
(io) abbia descritto ik heb beschreven
(tu) abbia descritto jij hebt beschreven
(lui/lei) abbia descritto hij/zij heeft beschreven
(noi) abbiamo descritto wij hebben beschreven
(voi) abbiate descritto jullie hebben beschreven
(loro) abbiano descritto zij hebben beschreven

Congiuntivo imperfetto 

Italiaans Nederlands
(io) descrivessi ik beschreef
(tu) descrivessi jij zou beschrijven
(lui/lei) descrivesse hij/zij beschreef
(noi) descrivessimo wij beschrijven
(voi) descriveste jullie beschrijven
(loro) descrivessero zij beschrijven

Congiuntivo trapassato 

Italiaans Nederlands
(io) avessi descritto/sia descritto ik had beschreven/ik heb beschreven
(tu) avessi descritto/sia descritto jij had beschreven/jij hebt beschreven
(lui/lei) avesse descritto/sia descritto hij/zij beschreef/hebben beschreven
(noi) avessimo descritto/siamo descritti wij zouden hebben beschreven/wij zijn beschreven
(voi) aveste descritto/siate descritti jullie hadden beschreven/jullie zijn beschreven
(loro) avessero descritto/siano descritti zij hadden beschreven/zij zijn beschreven

Imperativo

Imperativo 

Italiaans Nederlands
– Jij beschrijf
Descrivi! hij/zij beschrijf
Descriva! Wij beschrijven
Descriviamo! Jullie beschrijven
Descrivete! zij beschrijven