Guidare (besturen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vervoeging van guidare (besturen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

 Guidare (besturen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: A1

Module 6: La città e il villaggio (De stad en het dorp)

Les 42: Trasporto (Transport)

Infinito Participio passato
Guidare (besturen) Guidato (bestuurd)

Werkwoordstijden

Indicativo

Presente 

Italiaans Nederlands
(io) guido ik bestuur
(tu) guidi jij bestuurt
(lui/lei) guida hij/zij bestuurt
(noi) guidiamo wij besturen
(voi) guidate jullie besturen
(loro) guidano zij besturen

Imperfetto 

Italiaans Nederlands
(io) guidavo ik bestuurde
(tu) guidavi jij bestuurde
(lui/lei) guidava hij/zij bestuurde
(noi) guidavamo wij bestuurden
(voi) guidavate jullie bestuurden
(loro) guidavano zij bestuurden

Passato prossimo 

Italiaans Nederlands
(io) ho guidato ik heb bestuurd
(tu) hai guidato jij hebt gestuurd
(lui/lei) ha guidato hij/zij heeft bestuurd
(noi) abbiamo guidato wij hebben bestuurd
(voi) avete guidato jullie hebben bestuurd
(loro) hanno guidato zij hebben bestuurd

Trapassato prossimo 

Italiaans Nederlands
(io) avevo guidato ik had bestuurd
(tu) avevi guidato jij had bestuurd
(lui/lei) aveva guidato hij/zij had bestuurd
(noi) avevamo guidato wij hadden bestuurd
(voi) avevate guidato jullie hadden bestuurd
(loro) avevano guidato zij hadden bestuurd

Futuro semplice 

Italiaans Nederlands
(io) guiderò ik zal besturen
(tu) guiderai jij zult besturen
(lui/lei) guiderà hij/zij zal besturen
(noi) guideremo wij zullen besturen
(voi) guiderete jullie zullen besturen
(loro) guideranno zij zullen besturen

Futuro anteriore 

Italiaans Nederlands
(io) avrò guidato ik zal bestuurd hebben
(tu) avrai guidato jij zult hebben bestuurd
(lui/lei) avrà guidato hij/zij zal bestuurd hebben
(noi) avremo guidato wij zullen hebben bestuurd
(voi) avrete guidato jullie zullen bestuurd hebben
(loro) avranno guidato zij zullen hebben bestuurd

Condizionale

Condizionale presente 

Italiaans Nederlands
(io) guiderei ik zou besturen
(tu) guideresti jij zou besturen
(lui/lei) guiderebbe hij/zij zou besturen
(noi) guideremmo wij zouden besturen
(voi) guidereste jullie zouden besturen
(loro) guiderebbero zij zouden besturen

Condizionale passato 

Italiaans Nederlands
(io) avrei guidato ik zou hebben bestuurd
(tu) avresti guidato jij zou besturen
(lui/lei) avrebbe guidato hij/zij zou hebben bestuurd
(noi) avremmo guidato wij hadden bestuurd
(voi) avreste guidato jullie zouden bestuurd hebben
(loro) avrebbero guidato zij zouden hebben bestuurd

Congiuntivo

Congiuntivo presente 

Italiaans Nederlands
(io) guidi ik bestuur
(tu) guidi jij bestuur
(lui/lei) guida hij/zij bestuurt
(noi) guidiamo wij besturen
(voi) guidiate jullie besturen
(loro) guidino zij besturen

Congiuntivo passato 

Italiaans Nederlands
(io) abbia guidato ik heb bestuurd
(tu) abbia guidato jij hebt bestuurd
(lui/lei) abbia guidato hij/zij heeft bestuurd
(noi) abbiamo guidato wij hebben bestuurd
(voi) abbiate guidato jullie hebben bestuurd
(loro) abbiano guidato zij hebben bestuurd

Congiuntivo imperfetto 

Italiaans Nederlands
(io) guidassi ik bestuurde
(tu) guidassi jij zou besturen
(lui/lei) guidasse hij/zij bestuurde
(noi) guidassimo wij besturen
(voi) guidaste jullie bestuurden
(loro) guidassero zij besturen

Congiuntivo trapassato 

Italiaans Nederlands
(io) avessi guidato ik had bestuurd
(tu) avessi guidato jij zou hebben bestuurd
(lui/lei) avesse guidato hij/zij had bestuurd
(noi) avessimo guidato wij hadden bestuurd
(voi) aveste guidato jullie hadden bestuurd
(loro) avessero guidato zij hadden bestuurd

Imperativo

Imperativo 

Italiaans Nederlands
Guidiamo! Jij bestuurt!
Guida! Hij/zij bestuurt
Guidi! wij besturen
Guidiamo! Jij bestuurt!
Guidate! Besturen zij!