Vervoeging van bewegen (bewegen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
| Infinitief |
Voltooid deelwoord |
| Bewegen
(Bewegen)
|
Bewogen
(Bewogen)
|
Werkwoordsvormen
|
Aantonende wijs
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
| Nederlands |
Nederlands |
| (ik) beweeg |
(ik) beweeg |
| (jij) beweegt |
(jij) beweegt |
| (hij/zij/het) beweegt |
(hij/zij/het) beweegt |
| (wij) bewegen |
(wij) bewegen |
| (jullie) bewegen |
(jullie) bewegen |
| (zij) bewegen |
(zij) bewegen |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
| Nederlands |
Nederlands |
| (ik) bewoog |
(ik) bewoog |
| (jij) bewoog/bewoog jij |
(jij) bewoog/bewoog jij |
| (hij/zij/het) bewoog |
(hij/zij/het) bewoog |
| (wij) bewogen |
(wij) bewogen |
| (jullie) bewogen |
(jullie) bewogen |
| (zij) bewogen |
(zij) bewogen |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
| Nederlands |
Nederlands |
| (ik) heb bewogen |
(ik) heb bewogen |
| (jij) hebt/bent bewogen |
(jij) hebt/bent bewogen |
| (hij/zij/het) heeft bewogen |
(hij/zij/het) heeft bewogen |
| (wij) hebben bewogen |
(wij) hebben bewogen |
| (jullie) hebben bewogen |
(jullie) hebben bewogen |
| (zij) hebben bewogen |
(zij) hebben bewogen |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
| Nederlands |
Nederlands |
| (ik) heb bewogen |
(ik) heb bewogen |
| (jij) hebt bewogen |
(jij) hebt bewogen |
| (hij/zij/het) heeft bewogen |
(hij/zij/het) heeft bewogen |
| (wij) hebben bewogen |
(wij) hebben bewogen |
| (jullie) hebben bewogen |
(jullie) hebben bewogen |
| (zij) hebben bewogen |
(zij) hebben bewogen |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
| Nederlands |
Nederlands |
| (ik) zal bewogen hebben |
(ik) zal bewogen hebben |
| (jij) zult/bent bewogen hebben |
(jij) zult/bent bewogen hebben |
| (hij/zij/het) zal bewogen hebben |
(hij/zij/het) zal bewogen hebben |
| (wij) zullen bewogen hebben |
(wij) zullen bewogen hebben |
| (jullie) zullen bewogen hebben |
(jullie) zullen bewogen hebben |
| (zij) zullen bewogen hebben |
(zij) zullen bewogen hebben |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
| Nederlands |
Nederlands |
| (ik) zal/zullen hebben bewogen |
(ik) zal/zullen hebben bewogen |
| (jij) zult/zal hebben bewogen |
(jij) zult/zal hebben bewogen |
| (hij/zij/het) zal/zullen hebben bewogen |
(hij/zij/het) zal/zullen hebben bewogen |
| (wij) zullen hebben bewogen |
(wij) zullen hebben bewogen |
| (jullie) zullen hebben bewogen |
(jullie) zullen hebben bewogen |
| (zij) zullen hebben bewogen |
(zij) zullen hebben bewogen |
|
|
Conditionele wijs
|
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
| Nederlands |
Nederlands |
| (ik) zou hebben bewogen |
(ik) zou hebben bewogen |
| (jij) zou hebben bewogen |
(jij) zou hebben bewogen |
| (hij/zij/het) zou hebben bewogen |
(hij/zij/het) zou hebben bewogen |
| (wij) zouden hebben bewogen |
(wij) zouden hebben bewogen |
| (jullie) zouden hebben bewogen |
(jullie) zouden hebben bewogen |
| (zij) zouden hebben bewogen |
(zij) zouden hebben bewogen |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
| Nederlands |
Nederlands |
| (ik) zou bewogen hebben |
(ik) zou bewogen hebben |
| (jij) zou bewogen hebben |
(jij) zou bewogen hebben |
| (hij/zij/het) zou bewogen hebben |
(hij/zij/het) zou bewogen hebben |
| (wij) zouden bewogen hebben |
(wij) zouden bewogen hebben |
| (jullie) zouden bewogen hebben |
(jullie) zouden bewogen hebben |
| (zij) zouden bewogen hebben |
(zij) zouden bewogen hebben |
|
|
Imperatief (gebiedende wijs)
|
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
| Nederlands |
Nederlands |
| Beweeg! |
Beweeg! |
|