10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Zoeken (zoeken)

Vervoeging van zoeken (zoeken) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

Zoeken (zoeken)

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Categorie: a1

Module 6: La ciudad y el pueblo (De stad en het dorp)

Les 43: Pedir y dar direcciones. (Routebeschrijving vragen en geven)

Infinitief Voltooid deelwoord
Zoeken (Zoeken) Gezocht (Gezocht)

Werkwoordsvormen

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Spaans Nederlands
(ik) zoek (ik) zoek
(jij) zoekt / zoek (jij) zoekt / zoek
(hij/zij/het) zoekt (hij/zij/het) zoekt
(wij) zoeken (wij) zoeken
(jullie) zoeken (jullie) zoeken
(zij) zoeken (zij) zoeken

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Spaans Nederlands
(ik) zocht (ik) zocht
(jij) zocht (jij) zocht
(hij/zij/het) zocht (hij/zij/het) zocht
(wij) zochten (wij) zochten
(jullie) zochten (jullie) zochten
(zij) zochten (zij) zochten

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Spaans Nederlands
(ik) heb gezocht (ik) heb gezocht
(jij) hebt gezocht (jij) hebt gezocht
(hij/zij/het) heeft gezocht (hij/zij/het) heeft gezocht
(wij) hebben gezocht (wij) hebben gezocht
(jullie) hebben gezocht (jullie) hebben gezocht
(zij) hebben gezocht (zij) hebben gezocht

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Spaans Nederlands
(ik) heb gezocht (ik) heb gezocht
(jij) hebt gezocht (jij) hebt gezocht
(hij/zij/het) heeft gezocht (hij/zij/het) heeft gezocht
(wij) hebben gezocht (wij) hebben gezocht
(jullie) hebben gezocht (jullie) hebben gezocht
(zij) hebben gezocht (zij) hebben gezocht

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Spaans Nederlands
(ik) zal gezocht hebben (ik) zal gezocht hebben
(jij) zult/zal gezocht hebben (jij) zult/zal gezocht hebben
(hij/zij/het) zal gezocht hebben (hij/zij/het) zal gezocht hebben
(wij) zullen gezocht hebben (wij) zullen gezocht hebben
(jullie) zullen gezocht hebben (jullie) zullen gezocht hebben
(zij) zullen gezocht hebben (zij) zullen gezocht hebben

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Spaans Nederlands
(ik) zal gezocht hebben (ik) zal gezocht hebben
(jij) zult/zal gezocht hebben (jij) zult/zal gezocht hebben
(hij/zij/het) zal gezocht hebben (hij/zij/het) zal gezocht hebben
(wij) zullen gezocht hebben (wij) zullen gezocht hebben
(jullie) zullen gezocht hebben (jullie) zullen gezocht hebben
(zij) zullen gezocht hebben (zij) zullen gezocht hebben
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Spaans Nederlands
ik zou zoeken ik zou zoeken
jij zou zoeken / zou jij zoeken jij zou zoeken / zou jij zoeken
(hij/zij/het) hij zou zoeken (hij/zij/het) hij zou zoeken
wij zouden zoeken wij zouden zoeken
jullie zouden zoeken jullie zouden zoeken
zij zouden zoeken zij zouden zoeken

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Spaans Nederlands
(ik) zou gezocht hebben (ik) zou gezocht hebben
(jij) zou gezocht hebben (jij) zou gezocht hebben
(hij/zij/het) zou gezocht hebben (hij/zij/het) zou gezocht hebben
(wij) zouden gezocht hebben (wij) zouden gezocht hebben
(jullie) zouden gezocht hebben (jullie) zouden gezocht hebben
(zij) zouden gezocht hebben (zij) zouden gezocht hebben
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Spaans Nederlands
Zoek! Zoek!