Leven (leven)

Leven (leven)

Leer het werkwoord "Leven" vervoegen in het Nederlands: tegenwoordige tijd, aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Leven (leven)

Lesprogramma: Nederlandse les - Huisvesting en accommodatie (Huisvesting en accommodatie)

Vervoeging van leven in Onvoltooid Tegenwoordige Tijd (OTT)

Nederlands Nederlands
(ik) leef (ik) leef
(jij) leeft/leven (jij) leeft/leven
(hij/zij/het) leeft (hij/zij/het) leeft
(wij) leven (wij) leven
(jullie) leven (jullie) leven
(zij) leven (zij) leven