Ontmoeten (ontmoeten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van ontmoeten (ontmoeten) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitief |
Voltooid deelwoord |
Ontmoeten (Ontmoeten) |
Ontmoet (Ontmoet) |
Werkwoordsvormen
Aantonende wijs |
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) ontmoet |
(ik) ontmoet |
(jij) ontmoet / ontmoet |
(jij) ontmoet / ontmoet |
(hij/zij/het) ontmoet |
(hij/zij/het) ontmoet |
(wij) ontmoeten |
(wij) ontmoeten |
(jullie) ontmoeten |
(jullie) ontmoeten |
(zij) ontmoeten |
(zij) ontmoeten |
|
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) ontmoette |
(ik) ontmoette |
(jij) ontmoette |
(jij) ontmoette |
(hij/zij/het) ontmoette |
(hij/zij/het) ontmoette |
(wij) ontmoetten |
(wij) ontmoetten |
(jullie) ontmoetten |
(jullie) ontmoetten |
(zij) ontmoetten |
(zij) ontmoetten |
|
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb ontmoet |
(ik) heb ontmoet |
(jij) hebt ontmoet |
(jij) hebt ontmoet |
(hij/zij/het) heeft ontmoet |
(hij/zij/het) heeft ontmoet |
(wij) hebben ontmoet |
(wij) hebben ontmoet |
(jullie) hebben ontmoet |
(jullie) hebben ontmoet |
(zij) hebben ontmoet |
(zij) hebben ontmoet |
|
Voltooid verleden tijd (VVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) heb ontmoet |
(ik) heb ontmoet |
(jij) hebt ontmoet |
(jij) hebt ontmoet |
(hij/zij/het) heeft ontmoet |
(hij/zij/het) heeft ontmoet |
(wij) hebben ontmoet |
(wij) hebben ontmoet |
(jullie) hebben ontmoet |
(jullie) hebben ontmoet |
(zij) hebben ontmoet |
(zij) hebben ontmoet |
|
Onvoltooid toekomende tijd (OTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal ontmoeten |
(ik) zal ontmoeten |
(jij) zult ontmoeten |
(jij) zult ontmoeten |
(hij/zij/het) zal ontmoeten |
(hij/zij/het) zal ontmoeten |
(wij) zullen ontmoeten |
(wij) zullen ontmoeten |
(jullie) zullen ontmoeten |
(jullie) zullen ontmoeten |
(zij) zullen ontmoeten |
(zij) zullen ontmoeten |
|
Voltooid toekomende tijd (VTTk)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zal ontmoet hebben |
(ik) zal ontmoet hebben |
(jij) zult/zal ontmoet hebben |
(jij) zult/zal ontmoet hebben |
(hij/zij/het) zal ontmoet hebben |
(hij/zij/het) zal ontmoet hebben |
(wij) zullen ontmoet hebben |
(wij) zullen ontmoet hebben |
(jullie) zullen ontmoet hebben |
(jullie) zullen ontmoet hebben |
(zij) zullen ontmoet hebben |
(zij) zullen ontmoet hebben |
|
Conditionele wijs |
Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou ontmoeten |
(ik) zou ontmoeten |
(jij) zou ontmoeten |
(jij) zou ontmoeten |
(hij/zij/het) zou ontmoeten |
(hij/zij/het) zou ontmoeten |
(wij) zouden ontmoeten |
(wij) zouden ontmoeten |
(jullie) zouden ontmoeten |
(jullie) zouden ontmoeten |
(zij) zouden ontmoeten |
(zij) zouden ontmoeten |
|
Conditionele Verleden Tijd (CVT)
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
(ik) zou ontmoet hebben |
(ik) zou ontmoet hebben |
(jij) zou ontmoet hebben |
(jij) zou ontmoet hebben |
(hij/zij/het) zou ontmoet hebben |
(hij/zij/het) zou ontmoet hebben |
(wij) zouden ontmoet hebben |
(wij) zouden ontmoet hebben |
(jullie) zouden ontmoet hebben |
(jullie) zouden ontmoet hebben |
(zij) zouden ontmoet hebben |
(zij) zouden ontmoet hebben |
|
Imperatief (gebiedende wijs) |
Gebiedende wijs
Delen
Gekopieerd!
Nederlands |
Nederlands |
Ontmoet! |
Ontmoet! |
|