Tekenen (tekenen) Delen Gekopieerd!

Vervoeging van tekenen (tekenen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Categorie: a1

Module 6: De stad en het dorp (De stad en het dorp)

Les 41: Hobby's beschrijven (Hobby's beschrijven)

Infinitief	Voltooid deelwoord
Tekenen (Tekenen)	Getekend (Getekend)

Werkwoordsvormen

Aantonende wijs

Nederlands	Nederlands
(ik) zal getekend hebben	(ik) zal getekend hebben
(jij) zult getekend hebben	(jij) zult getekend hebben
(hij/zij/het) zal getekend hebben	(hij/zij/het) zal getekend hebben
(wij) zullen getekend hebben	(wij) zullen getekend hebben
(jullie) zullen getekend hebben	(jullie) zullen getekend hebben
(zij) zullen getekend hebben	(zij) zullen getekend hebben

Nederlands	Nederlands
(ik) zal hebben getekend	(ik) zal hebben getekend
(jij) zult/zal hebben getekend	(jij) zult/zal hebben getekend
(hij/zij/het) zal hebben getekend	(hij/zij/het) zal hebben getekend
(wij) zullen hebben getekend	(wij) zullen hebben getekend
(jullie) zullen hebben getekend	(jullie) zullen hebben getekend
(zij) zullen hebben getekend	(zij) zullen hebben getekend

Conditionele wijs

Nederlands	Nederlands
(ik) zou getekend hebben	(ik) zou getekend hebben
(jij) zou getekend hebben	(jij) zou getekend hebben
(hij/zij/het) zou getekend hebben	(hij/zij/het) zou getekend hebben
(wij) zouden getekend hebben	(wij) zouden getekend hebben
(jullie) zouden getekend hebben	(jullie) zouden getekend hebben
(zij) zouden getekend hebben	(zij) zouden getekend hebben

Imperatief (gebiedende wijs)

Nederlands	Nederlands
Teken!	Teken!