A1.41: Hobby's beschrijven

Hobby's beschrijven

Ontdek hoe je jouw hobby's beschrijft met Nederlandse tijdsbepalingen zoals nu, dan, morgen. Leer kernwoorden als schilderen, lezen, muziek, en zinnen als 'Ik luister vandaag naar muziek.'

luisteren en lezen

Begin deze les door naar de audio te luisteren en de bijbehorende oefeningen te maken.

A1.41.1 Kort verhaal

Van je hobby je beroep maken.

Van je hobby je beroep maken.


Woordenschat (12)

 Tekenen (tekenen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Tekenen

Show

Tekenen Show

 Lezen (lezen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lezen

Show

Lezen Show

 Luisteren (luisteren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Luisteren

Show

Luisteren Show

 Schilderen (schilderen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Schilderen

Show

Schilderen Show

 Het boek: Het boek (Nederlands)

Het boek

Show

Het boek Show

 De film: De film (Nederlands)

De film

Show

De film Show

 De foto: De foto (Nederlands)

De foto

Show

De foto Show

 De hobby: De hobby (Nederlands)

De hobby

Show

De hobby Show

 De muziek: De muziek (Nederlands)

De muziek

Show

De muziek Show

 Het schilderij: Het schilderij (Nederlands)

Het schilderij

Show

Het schilderij Show

 Het instrument: Het instrument (Nederlands)

Het instrument

Show

Het instrument Show

 Kijken (kijken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Kijken

Show

Kijken Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Zinnen herschikken

Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.

Toon antwoorden
1.
de | Wanneer | film? | kijk | jij | naar
Wanneer kijk jij naar de film?
2.
luister | Ik | naar | muziek. | nu
Ik luister nu naar muziek.
3.
tekenen. | ik in | het park | Morgen ga
Morgen ga ik in het park tekenen.
4.
al? | schilder | jij | Hoelang
Hoelang schilder jij al?
5.
ik een | de bibliotheek. | Dan lees | boek in
Dan lees ik een boek in de bibliotheek.
6.
ik een | mijn hobby. | foto van | Gauw maak
Gauw maak ik een foto van mijn hobby.

Oefening 2: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

Ik luister nu naar muziek met mijn vrienden thuis.
Wanneer schilder jij een schilderij? Ik heb tijd in het weekend.
Morgen ga ik naar de film met mijn collega’s in de stad.
Hoelang speel jij al een instrument? Ik oefen elke dag een halfuur.

Oefening 3: Clusteren van woorden

Instructie: Verdeel de woorden in twee groepen: activiteiten die je uitvoert en spullen die je gebruikt bij hobby's.

Activiteiten

Materialen en voorwerpen

Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

Schilderen


Schilderen

2

Kijken


Kijken

3

De foto


De foto

4

Het boek


Het boek

5

Tekenen


Tekenen

Oefening 5: Gespreksoefening

Instructie:

  1. Beschrijf de hobby op elke afbeelding. (Beschrijf de hobby in elke afbeelding.)
  2. Wat is je favoriete activiteit? (Wat is je favoriete activiteit?)
  3. Vraag de anderen naar hun hobby's? (Vraag de anderen naar hun hobby's?)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten

Voorbeeldzinnen:

De vrouw zingt.

Ze zijn actief en doen aan sport.

Ik luister heel graag naar muziek.

Wat doe je graag?

Ik lees graag.

Ik hou van schilderen.

...

Oefening 6: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 7: Meerkeuze

Instructie: Kies de juiste oplossing

1. Ik ___ nu een interessant boek over kunst.


2. Wanneer ___ jij in het weekend naar de film?


3. We ___ dan samen naar muziek op het terras.


4. Hij ___ gauw naar zijn favoriete instrument.


Oefening 8: Hobby's beschrijven

Instructie:

Vandaag (Kijken - Onvoltooid tegenwoordige tijd) ik graag naar de film. Mijn vriendin (Lezen - Onvoltooid tegenwoordige tijd) nu een interessant boek. Morgen (Luisteren - Onvoltooid tegenwoordige tijd) we samen naar muziek. Dan (Tekenen - Onvoltooid tegenwoordige tijd) mijn zoon een schilderij. Wanneer jij tijd (Hebben - Onvoltooid tegenwoordige tijd) , kunnen we samen een instrument spelen.


Vandaag kijk ik graag naar de film. Mijn vriendin leest nu een interessant boek. Morgen luisteren we samen naar muziek. Dan tekent mijn zoon een schilderij. Wanneer jij tijd hebt , kunnen we samen een instrument spelen.

Werkwoordschema's

Kijken - Kijken

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik kijk
  • jij kijkt
  • hij/zij/het kijkt
  • wij kijken
  • jullie kijken
  • zij kijken

Lezen - Lezen

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik lees
  • jij leest
  • hij/zij/het leest
  • wij lezen
  • jullie lezen
  • zij lezen

Luisteren - Luisteren

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik luister
  • jij luistert
  • hij/zij/het luistert
  • wij luisteren
  • jullie luisteren
  • zij luisteren

Tekenen - Tekenen

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik teken
  • jij tekent
  • hij/zij/het tekent
  • wij tekenen
  • jullie tekenen
  • zij tekenen

Hebben - Hebben

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb
  • jij hebt
  • hij/zij/het heeft
  • wij hebben
  • jullie hebben
  • zij hebben

Oefening 9: Bijwoorden van tijd (nu, dan, morgen...)

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: Bijwoorden van tijd (nu, dan, morgen...)

Toon vertaling Toon antwoorden

Morgen, nu, gauw, Wanneer, Dan, vandaag, Hoelang

1.
We schilderen ... samen in de tuin.
(We schilderen vandaag samen in de tuin.)
2.
Ik moet ... naar de bibliotheek om een boek te halen. Anders is het te laat.
(Ik moet nu naar de bibliotheek om een boek te halen. Anders is het te laat.)
3.
Laten we ... een film kijken.
(Laten we gauw een film kijken.)
4.
... speel jij op je instrument?
(Wanneer speel jij op je instrument?)
5.
... gaan we samen naar de bibliotheek. Vandaag is hij gesloten.
(Morgen gaan we samen naar de bibliotheek. Vandaag is hij gesloten.)
6.
Morgen wordt het mooi weer. ... gaan we schilderen in de tuin.
(Morgen wordt het mooi weer. Dan gaan we schilderen in de tuin.)
7.
... teken jij per dag?
(Hoelang teken jij per dag?)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

A1.41.2 Grammatica

Bijwoorden van tijd (nu, dan, morgen...)

Bijwoorden van tijd (nu, dan, morgen...)


Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Lezen lezen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Nederlands Nederlands
(ik) lees (ik) lees
(jij) leest/lees (jij) leest/lees
(hij/zij/het) leest (hij/zij/het) leest
(wij) lezen (wij) lezen
(jullie) lezen (jullie) lezen
(zij) lezen (zij) lezen

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Kijken kijken

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Nederlands Nederlands
(ik) kijk (ik) kijk
(jij) kijkt/kijk (jij) kijkt/kijk
(hij/zij/het) kijkt (hij/zij/het) kijkt
(wij) kijken (wij) kijken
(jullie) kijken (jullie) kijken
(zij) kijken (zij) kijken

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Inleiding: Hobby's Beschrijven in het Nederlands

Deze les helpt je om in het Nederlands over hobby's te praten en ze te beschrijven. Je leert handige woorden en uitdrukkingen voor verschillende activiteiten die je in je vrije tijd doet, zoals schilderen, lezen en muziek luisteren. Daarnaast oefen je met bijwoorden van tijd zoals nu, dan en morgen om aan te geven wanneer je iets doet.

Belangrijke Woorden en Uitdrukkingen

  • Activiteiten: schilderen, tekenen, lezen, luisteren, kijken
  • Materialen en Voorwerpen: het boek, de film, de muziek, het instrument

Bijwoorden van Tijd

Je gebruikt deze woorden om het moment van een activiteit aan te geven. Bijvoorbeeld:

  • Ik schilder vandaag een mooi schilderij.
  • Wanneer luister jij naar muziek?
  • Morgen ga ik met vrienden naar de film.

Werkwoorden en Verbuigingen

In deze les staan vooral regelmatige werkwoorden in de onvoltooid tegenwoordige tijd centraal, zoals lezen en kijken. Hier een voorbeeld met het werkwoord lezen:

  • Ik lees
  • Jij leest
  • Hij/Zij/Het leest
  • Wij lezen
  • Jullie lezen
  • Zij lezen

Voorbeeldzinnen met invuloefeningen

Je ziet hier hoe je het juiste werkwoord gebruikt in een zin, zoals bij:

  • Ik kijk nu naar een schilderij in het museum.
  • Wanneer lees jij een boek in het park?

Dialogen Over Hobby's

Er zijn ook voorbeeldgesprekken waarmee je kunt oefenen om je hobby's te bespreken en vragen te stellen over wanneer je die doet. Bijvoorbeeld een gesprek op de sportschool of in het park.

Mini Verhaal: Hobby's Beschrijven

Het korte verhaal laat zien hoe je verschillende hobby's en activiteiten combineert met tijdsaanduidingen. Bijvoorbeeld:

  • Vandaag lees ik een interessant boek.
  • Mijn vriendin kijkt nu naar een film.
  • Morgen lees jij waarschijnlijk een nieuwe roman.

Opmerkingen over de Nederlandse Taal

In deze les is de instructietaal ook Nederlands, wat betekent dat er geen extra vertalingen of vergelijkingen met een andere taal worden gegeven. Dit maakt het makkelijker om je volledig op het Nederlands te concentreren. De woordvolgorde in vragen zoals Wanneer luister jij naar muziek? volgen de standaard Nederlandse grammatica en zijn belangrijk om te oefenen.

Een voorbeeld van dit gebruik is dat in Nederlandse vragen het werkwoord meestal op de tweede plaats komt na het vraagwoord, zoals in Wanneer sport jij? Niet te vergeten is het gebruik van persoonlijke voornaamwoorden en juiste werkwoordsvormen die je al krijgt aangeleerd binnen deze les.

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏