Leer in deze les hoe je hobby's kunt beschrijven met Nederlandse bijwoorden van tijd zoals nu, dan, morgen en gauw. Oefen met woorden voor activiteiten en creatieve hobby's, volg eenvoudige dialogen over vrije tijd, en leer belangrijke werkwoorden als kijken, lezen en luisteren correct vervoegen. Ideaal voor beginners niveau A1 die hun spreekvaardigheid willen verbeteren.
Woordenschat (12) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 2: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 3: Clusteren van woorden
Instructie: Verdeel de woorden in twee categorieën: activiteiten waarbij je iets waarneemt met je zintuigen, en hobby's waarbij je iets creatiefs maakt of bekijkt.
Activiteiten met zintuigen
Creatieve hobby's
Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Schilderen
Schilderen
2
Kijken
Kijken
3
De foto
De foto
4
Het boek
Het boek
5
Tekenen
Tekenen
Oefening 5: Gespreksoefening
Instructie:
- Beschrijf de hobby op elke afbeelding. (Beschrijf de hobby in elke afbeelding.)
- Wat is je favoriete activiteit? (Wat is je favoriete activiteit?)
- Vraag de anderen naar hun hobby's? (Vraag de anderen naar hun hobby's?)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Oefening 6: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 7: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Ik _____ nu een boek over Nederlandse hobby's.
2. Hij _____ vaak naar films in het weekend.
3. Wanneer _____ jullie naar muziek?
4. Morgen _____ we een nieuw schilderij.
Oefening 8: Mijn hobby's beschrijven
Instructie:
Werkwoordschema's
Kijken - Kijken
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik kijk
- jij kijkt
- hij/zij/het kijkt
- wij kijken
- jullie kijken
- zij kijken
Lezen - Lezen
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik lees
- jij leest
- hij/zij/het leest
- wij lezen
- jullie lezen
- zij lezen
Luisteren - Luisteren
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik luister
- jij luistert
- hij/zij/het luistert
- wij luisteren
- jullie luisteren
- zij luisteren
Oefening 9: Bijwoorden van tijd (nu, dan, morgen...)
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: Bijwoorden van tijd (nu, dan, morgen...)
Toon vertaling Toon antwoordenMorgen, nu, gauw, Wanneer, Dan, vandaag, Hoelang
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A1.41.1 Grammatica
Bijwoorden van tijd (nu, dan, morgen...)
Bijwoorden van tijd (nu, dan, morgen...)
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Lezen lezen Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) lees | (ik) lees |
(jij) leest/lees | (jij) leest/lees |
(hij/zij/het) leest | (hij/zij/het) leest |
(wij) lezen | (wij) lezen |
(jullie) lezen | (jullie) lezen |
(zij) lezen | (zij) lezen |
Kijken kijken Delen Gekopieerd!
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) kijk | (ik) kijk |
(jij) kijkt/kijk | (jij) kijkt/kijk |
(hij/zij/het) kijkt | (hij/zij/het) kijkt |
(wij) kijken | (wij) kijken |
(jullie) kijken | (jullie) kijken |
(zij) kijken | (zij) kijken |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Nederlands oefenen? Dat kan! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Hobby's en bijwoorden van tijd in het Nederlands
In deze les leer je hoe je je hobby's kunt beschrijven en vragen wanneer je bepaalde activiteiten doet, met behulp van bijwoorden van tijd zoals nu, dan, morgen en gauw. Dit is belangrijk om gesprekken over vrije tijd natuurlijk en vloeiend te laten verlopen, vooral op niveau A1 waar je basiszinnen leert maken.
Activiteiten en creativiteit
Je ontdekt woorden die te maken hebben met wat je ziet en hoort, zoals kijken, luisteren, lezen, en ook creatieve hobby's zoals schilderen en een schilderij maken. Zo leer je deze activiteiten goed te benoemen en te combineren met tijdsaanduidingen.
Dialogen oefenen
De dialogenkaarten helpen je om in dagelijkse situaties over je hobby's te praten, bijvoorbeeld in het park, bij de sportschool of op het werk. Je oefent vragen stellen en antwoord geven over wanneer en hoe lang je iets doet, wat handig is in echte gesprekken.
Werkwoorden en vervoegingen
Daarnaast oefenen we belangrijke regelmatige werkwoorden als kijken, lezen en luisteren in de tegenwoordige tijd. Je leert hoe je deze vervoegt en toepast in zinnen als Ik lees nu een boek of Hij kijkt vaak naar een film.
Zelf beschrijven
Met een korte verhaaltje kun je je eigen hobby's beschrijven en de bijbehorende werkwoorden actief gebruiken. Dit helpt om de woorden en zinnen beter te onthouden en zelf te gebruiken.
Taalnuances tussen instructie en Nederlands
Bij het gebruik van Nederlandse bijwoorden van tijd zit een belangrijke nuance: woorden als nu en dan tijd je niet alleen het moment, maar ook de volgorde van gebeurtenissen. Bijvoorbeeld, dan kan soms 'toen' betekenen in het verleden of verwijzen naar een toekomstig moment dat volgt. In Nederlandse zinnen zoals "Ik luister graag naar muziek als ik thuis ben" geeft de bijzin tijd en plaats aan, wat in het Nederlands vaak anders uitgedrukt wordt dan in instructietalen. Andere nuttige woorden zijn gauw (binnenkort) en hoelang (hoe lang), waarmee je specifiek kunt zijn over tijdsduur of spoed.