Zich scheren (zich scheren)

Zich scheren (zich scheren)

Leer het werkwoord "zich scheren" te vervoegen in het voltooid verleden tijd, aanvoegende wijs.

Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Onvoltooid verleden tijd , aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Zich scheren (zich scheren)

Lesprogramma: Nederlandse les - Dagelijkse routines (Dagelijkse routines)

Verbuiging van zich scheren in de onvoltooid verleden tijd (ovt)

Nederlands Nederlands
(ik) scheerde mij (ik) scheerde mij
(jij) scheerde je / scheerde jij (jij) scheerde je / scheerde jij
(hij/zij/het) scheerde zich (hij/zij/het) scheerde zich
(wij) scheerden ons (wij) scheerden ons
(jullie) scheerden je / scheerden jullie (jullie) scheerden je / scheerden jullie
(zij) scheerden zich (zij) scheerden zich