¿Qué tiempo hace esta semana en España? Mira el vídeo y descúbrelo.
Wat voor weer is het deze week in Spanje? Kijk naar de video en ontdek het.

Oefening 1: Woordbingo

Instructie: 1. Luister minimaal twee keer naar de video en geef de woorden aan die je hoort. 2. Gebruik de woorden om een gesprek te vormen met je docent (schrijf je gesprek op). 3. Memoriseer de woorden met de woordentrainer.

Woord Vertaling
la semana de week
el tiempo het weer
las lluvias de regen
la nubosidad de bewolking
las tormentas de stormen
cuarenta grados veertig graden
treinta y nueve grados negenendertig graden

Oefening 2: Tekst

Instructie: 1. Lees de tekst in tweetallen. 2. Leer de zinnen uit het hoofd door de vertaling af te dekken.

Este texto describe el tiempo de la semana en España.

Deze tekst beschrijft het weer van de week in Spanje.
Esta semana el tiempo es tranquilo en casi toda España. (Deze week is het rustig weer in bijna heel Spanje.)
Hay lluvia débil en la costa de Coruña y Lugo. (Er is lichte regen aan de kust van Coruña en Lugo.)
En el norte, en la zona del Cantábrico, hay muchas nubes. (In het noorden, in het gebied van de Cantabrische Zee, is er veel bewolking.)
Por la tarde, hay tormentas en Navarra, Zaragoza y los Pirineos. (In de namiddag zijn er onweersbuien in Navarra, Zaragoza en de Pyreneeën.)
En las Islas Canarias hay calima. (In de Canarische Eilanden is er calima.)
La temperatura baja un poco, pero sigue haciendo mucho calor. (De temperatuur gaat iets omlaag, maar het blijft erg warm.)
En algunas zonas de Canarias hay 40 grados. (In sommige gebieden van de Canarische Eilanden is het 40 graden.)
En Granada, hay 39 grados. (In Granada is het 39 graden.)

Oefening 3: Vragen over de tekst

Instructie: Lees de bovenstaande tekst en kies het juiste antwoord.

1. ¿Dónde hay lluvia esta semana según el texto?

(Waar is er deze week regen volgens de tekst?)

2. ¿Cómo está el cielo en el Cantábrico?

(Hoe is de lucht aan de Cantabrische kust?)

3. ¿Qué tipo de clima hay esta semana por la tarde en Navarra, Zaragoza y los Pirineos?

(Wat voor soort weer is er 's middags deze week in Navarra, Zaragoza en de Pyreneeën?)

4. ¿Qué temperatura hay en algunas zonas de las Islas Canarias?

(Welke temperatuur is er in sommige delen van de Canarische Eilanden?)

Oefening 4: Openingsvragen voor gesprekken

Instructie: Bespreek de volgende vragen met je leraar met behulp van de woordenschat uit deze les, en schrijf je antwoorden op.

  1. ¿Qué tipo de tiempo prefieres cuando sales a la calle y por qué?
  2. Welk soort weer heb je het liefst als je naar buiten gaat en waarom?
  3. ¿Cómo piensas que la calima en las Islas Canarias afecta a las personas y al medio ambiente?
  4. Hoe denk je dat de schemering op de Canarische Eilanden mensen en het milieu beïnvloedt?
  5. Cuenta cómo fue un día con tormentas que hayas vivido y cómo te sentiste en ese momento.
  6. Vertel hoe een dag met stormen was die je hebt meegemaakt en hoe je je op dat moment voelde.
  7. ¿Qué haces tú para protegerte cuando hace mucho calor, como en Canarias o Granada?
  8. Wat doe jij om jezelf te beschermen als het heel heet is, zoals op de Canarische Eilanden of in Granada?