Conducir (rijden)

Conducir (rijden)

Leer het werkwoord "Conducir" te vervoegen in het Spaans: tegenwoordige tijd, onvoltooid tegenwoordige wijs.

Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Conducir (rijden)

Lesprogramma: Spaanse les - Transporte (Transport)

Vervoeging van rijden in tegenwoordige tijd

Spaans Nederlands
(yo) conduzco ik rijd
(tú) conduces jij rijdt
(él/ella) conduce hij/zij rijdt
(nosotros/nosotras) conducimos wij rijden
(vosotros/vosotras) conducís jullie rijden
(ellos/ellas) conducen zij rijden