Dar (geven) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Dar - Vervoeging van geven in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige, indicatieve tijd (Presente, indicativo).
Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Dar (geven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Spaanse les - Pedir y dar direcciones. (Routebeschrijving vragen en geven)
Vervoeging van geven in de tegenwoordige tijd
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) doy | ik geef |
(tú) das | jij geeft |
(él/ella) da | hij/zij geeft |
(nosotros/nosotras) damos | wij geven |
(vosotros/vosotras) dais | jullie geven |
(ellos/ellas) dan | zij geven |
Voorbeeldzinnen
Spaans | Nederlands |
---|---|
Yo doy mi número de teléfono a mis amigos. | Ik geef mijn telefoonnummer aan mijn vrienden. |
Tú das la dirección electrónica para contactar. | Jij geeft het e-mailadres om contact op te nemen. |
Él da su código postal en el formulario. | Hij geeft zijn postcode op het formulier. |
Nosotros damos el lugar de nacimiento al médico. | Wij geven de geboorteplaats aan de arts. |
Vosotros dais el correo electrónico para la entrevista. | Jullie geven het e-mailadres voor het interview. |
Ellos dan la fecha de nacimiento en la escuela. | Zij geven de geboortedatum op school. |