Ir (gaan)

Ir (gaan)

Leer het werkwoord "Gaan" te vervoegen in het Spaans: voltooid tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs

Pretérito perfecto, indicativo (Voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Ir (gaan)

Lesprogramma: Spaanse les - Estaciones, meses y partes del año. (Seizoenen, maanden en delen van het jaar)

Vervoeging van ir in de Pretérito Perfecto

Spaans Nederlands
(yo) he ido ik ben gegaan
(tú) has ido jij bent gegaan
(él/ella) ha ido hij/zij is gegaan
(nosotros/nosotras) hemos ido wij zijn gegaan
(vosotros/vosotras) habéis ido jullie zijn gegaan
(ellos/ellas) han ido zij zijn gegaan