Mirar (kijken) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Mirar - Vervoeging van Kijken in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige, indicatieve tijd (Presente, indicativo).
Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Mirar (kijken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Spaanse les - Todo tipo de formas (Vormen en figuren)
Vervoeging van kijken in de tegenwoordige tijd
Spaans | Nederlands |
---|---|
(yo) miro | ik kijk |
(tú) miras | jij kijkt |
(él/ella) mira | hij/zij kijkt |
(nosotros/nosotras) miramos | wij kijken |
(vosotros/vosotras) miráis | jullie kijken |
(ellos/ellas) miran | zij kijken |
Voorbeeldzinnen
Spaans | Nederlands |
---|---|
Yo miro el círculo grande y azul. | Ik kijk naar de grote blauwe cirkel. |
Tú miras la línea fina y suave. | Jij kijkt naar de fijne en zachte lijn. |
Él mira el triángulo ancho y nuevo. | Hij kijkt naar de brede, nieuwe driehoek. |
Nosotros miramos el rectángulo pequeño y duro. | Wij kijken naar het kleine, harde rechthoekje. |
Vosotros miráis el cuadrado viejo y estrecho. | Jullie kijken naar het oude, smalle vierkant. |
Ellos miran la figura gruesa y clara. | Zij kijken naar de dikke en duidelijke figuur. |