10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Recibir (ontvangen)

Vervoeging van recibir (ontvangen) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

Recibir (ontvangen)

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Categorie: a2

Module 2: Sociedad y gobierno (Maatschappij en overheid)

Les 13: En el banco (Bij de bank)

Basiswerkwoordsvormen

Infinitivo (Infinitief) Gerundio (Deelwoord) Participio (Deelwoord)
Recibir (ontvangen) Recibiendo (Ontvangend) Recibido (Ontvangen)

Recibir (ontvangen): Werkwoordvervoegingstabellen

Indicativo (Aantonende wijs) Subjuntivo (Aanvoegende wijs)

Presente 

Spaans Nederlands
(yo) recibo ik ontvang
(tú) recibes jij ontvangt
(él/ella) recibe hij ontvangt / zij ontvangt
(nosotros/nosotras) recibimos wij ontvangen
(vosotros/vosotras) recibís jullie ontvangen
(ellos/ellas) reciben zij ontvangen

Pretérito perfecto 

Spaans Nederlands
(yo) he recibido ik heb ontvangen
(tú) has recibido jij hebt ontvangen
(él/ella) ha recibido hij/zij heeft ontvangen
(nosotros/nosotras) hemos recibido wij hebben ontvangen
(vosotros/vosotras) habéis recibido jullie hebben ontvangen
(ellos/ellas) han recibido zij hebben ontvangen

Subjuntivo presente 

Spaans Nederlands
(yo) reciba ik ontvang
(tú) recibas jij ontvang
(él/ella) reciba hij/zij ontvangt
(nosotros/nosotras) recibamos wij ontvangen
(vosotros/vosotras) recibáis jullie ontvangen
(ellos/ellas) reciban zij ontvangen

Subjuntivo pretérito perfecto 

Spaans Nederlands
(yo) haya recibido ik heb ontvangen
(tú) hayas recibido jij hebt ontvangen
(él/ella) haya recibido hij/zij heeft ontvangen
(nosotros/nosotras) hayamos recibido wij hebben ontvangen
(vosotros/vosotras) hayáis recibido jullie hebben ontvangen
(ellos/ellas) hayan recibido zij hebben ontvangen

Pretérito imperfecto 

Spaans Nederlands
(yo) recibía ik ontving
(tú) recibías jij ontving
(él/ella) recibía hij/zij ontving
(nosotros/nosotras) recibíamos wij ontvingen
(vosotros/vosotras) recibíais jullie ontvingen
(ellos/ellas) recibían zij ontvingen

Pretérito pluscuamperfecto 

Spaans Nederlands
(yo) había recibido ik had ontvangen
(tú) habías recibido jij had ontvangen
(él/ella) había recibido hij/zij had ontvangen
(nosotros/nosotras) habíamos recibido wij hadden ontvangen
(vosotros/vosotras) habíais recibido jullie hadden ontvangen
(ellos/ellas) habían recibido zij hadden ontvangen

Subjuntivo pretérito imperfecto 

Spaans Nederlands
(yo) recibiera/recibiese ik zou ontvangen
(tú) recibieras/recibieses jij zou ontvangen
(él/ella) recibiera/recibiese hij/zij zou ontvangen
(nosotros/nosotras) recibiéramos/recibiésemos wij ontvingen
(vosotros/vosotras) recibierais/recibieseis jullie ontvingen
(ellos/ellas) recibieran/recibiesen zij ontvingen

Subjuntivo pluscuamperfecto 

Spaans Nederlands
(yo) hubiera/hubiese recibido ik zou ontvangen hebben
(tú) hubieras/hubieses recibido jij zou ontvangen hebben
(él/ella) hubiera/hubiese recibido hij/zij zou ontvangen hebben
(nosotros/nosotras) hubiéramos/hubiésemos recibido wij zouden hebben ontvangen
(vosotros/vosotras) hubierais/hubieseis recibido jullie hadden ontvangen
(ellos/ellas) hubieran/hubiesen recibido zij hadden ontvangen

Pretérito indefinido 

Spaans Nederlands
(yo) recibí ik ontving
(tú) recibiste jij ontving
(él/ella) recibió hij/zij ontving
(nosotros/nosotras) recibimos wij ontvingen
(vosotros/vosotras) recibisteis jullie ontvingen
(ellos/ellas) recibieron zij ontvingen

Pretérito anterior 

Spaans Nederlands
(yo) hube recibido ik had ontvangen
(tú) hubiste recibido jij had ontvangen
(él/ella) hubo recibido hij/zij had ontvangen
(nosotros/nosotras) hubimos recibido wij hadden ontvangen
(vosotros/vosotras) hubisteis recibido jullie hadden ontvangen
(ellos/ellas) hubieron recibido zij hadden ontvangen

Subjuntivo futuro simple 

Spaans Nederlands
(yo) recibiere ik zal ontvangen
(tú) recibieres jij ontvangen zou
(él/ella) recibiere hij/zij zal ontvangen
(nosotros/nosotras) recibiéremos wij zullen ontvangen
(vosotros/vosotras) recibiereis jullie zullen ontvangen
(ellos/ellas) recibieren zij zullen ontvangen

Subjuntivo futuro perfecto 

Spaans Nederlands
(yo) hubiere recibido ik zou ontvangen hebben
(tú) hubieres recibido jij zou ontvangen hebben
(él/ella) hubiere recibido hij/zij zal ontvangen hebben
(nosotros/nosotras) hubiéremos recibido wij zullen ontvangen hebben
(vosotros/vosotras) hubiereis recibido jullie zouden hebben ontvangen
(ellos/ellas) hubieren recibido zij zouden ontvangen hebben

Futuro simple 

Spaans Nederlands
(yo) recibiré ik zal ontvangen
(tú) recibirás jij zult ontvangen
(él/ella) recibirá hij/zij zal ontvangen
(nosotros/nosotras) recibiremos Wij zullen ontvangen
(vosotros/vosotras) recibiréis jullie zullen ontvangen
(ellos/ellas) recibirán zij zullen ontvangen

Futuro perfecto 

Spaans Nederlands
(yo) habré recibido ik zal ontvangen hebben
(tú) habrás recibido jij zult ontvangen hebben
(él/ella) habrá recibido hij/zij zal ontvangen hebben
(nosotros/nosotras) habremos recibido wij zullen ontvangen hebben
(vosotros/vosotras) habréis recibido jullie hebben ontvangen
(ellos/ellas) habrán recibido zij zullen ontvangen hebben
Imperativo (Imperatief)

Imperativo 

Spaans Nederlands
Recibe! ontvang
Reciba! ontvang
Recibamos! ontvangen
Recibid! ontvang
Reciban! zij ontvangen

Imperativo negativo 

Spaans Nederlands
No recibas! ontvang niet
No reciba! ontvang niet
No recibamos! Laten we niet ontvangen
No recibáis! jullie ontvangen niet
No reciban! zij ontvangen niet

Condicional simple 

Spaans Nederlands
(yo) recibiría ik zou ontvangen
(tú) recibirías jij zou ontvangen
(él/ella) recibiría hij/zij zou ontvangen
(nosotros/nosotras) recibiríamos wij zouden ontvangen
(vosotros/vosotras) recibiríais jullie zouden ontvangen
(ellos/ellas) recibirían zij zouden ontvangen

Condicional perfecto 

Spaans Nederlands
(yo) habría recibido ik zou ontvangen hebben
(tú) habrías recibido jij zou ontvangen hebben
(él/ella) habría recibido hij/zij zou ontvangen hebben
(nosotros/nosotras) habríamos recibido wij zouden ontvangen hebben
(vosotros/vosotras) habríais recibido jullie zouden ontvangen hebben
(ellos/ellas) habrían recibido zij zouden ontvangen hebben