Bevestigen (bestätigen) - Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Perfekt, indikativ)

 Bevestigen (bestätigen) - Verbkonjugation und Übungen

Bevestigen - Konjugation von Bestätigen auf Niederländisch: Konjugationstabelle, Beispiele und Übungen im Perfekt, Indikativ. (Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs).

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Perfekt, indikativ)

Alle Konjugationen und Zeiten: Bevestigen (bestätigen) - Verbkonjugation und Übungen

Lehrplan: Niederländischunterricht - Boek uw accommodatie (Buche deine Unterkunft.)

Konjugation von 'bevestigen' im Perfekt

Niederländisch Deutsch
(ik) heb bevestigd ich habe bestätigt
(jij) hebt bevestigd / hebt bevestigd du hast bestätigt/hast bestätigt
(hij/zij/het) heeft bevestigd Er/sie/es hat bestätigt
(wij) hebben bevestigd wir haben bestätigt
(jullie) hebben bevestigd Ihr habt bestätigt
(zij) hebben bevestigd sie haben bestätigt

Beispielsätze

Niederländisch Deutsch
Ik heb de reservering al bevestigd per email. Ich habe die Reservierung bereits per E-Mail bestätigt.
Jij hebt de camping telefonisch bevestigd toch? Du hast den Campingplatz telefonisch bestätigt, oder?
Hij heeft de eenpersoonskamer bevestigd voor drie nachten. Er hat das Einzelzimmer für drei Nächte bestätigt.
Wij hebben het volpension inclusief bevestigd voor de groep. Wir haben die Vollpension inklusive für die Gruppe bestätigt.
Jullie hebben de accommodatie via het reisbureau bevestigd. Ihr habt die Unterkunft über das Reisebüro bestätigt.
Zij hebben het hostel voor de vakantie bevestigd online. Sie haben die Unterkunft für den Urlaub online bestätigt.

Übung: Verbkonjugation

Anleitung: Wählen Sie die richtige Form.

Übersetzung anzeigen Antworten zeigen

heb, bevestigd, hebben, heeft, hebt

1.
Ik ... de reservering al ... per email.
(Ich habe die Reservierung bereits per E-Mail bestätigt.)
2.
Jij ... de camping telefonisch ... toch?
(Du hast den Campingplatz telefonisch bestätigt, oder?)
3.
Hij ... de eenpersoonskamer ... voor drie nachten.
(Er hat das Einzelzimmer für drei Nächte bestätigt.)
4.
Jullie ... de accommodatie via het reisbureau ....
(Ihr habt die Unterkunft über das Reisebüro bestätigt.)
5.
Wij ... het volpension inclusief ... voor de groep.
(Wir haben die Vollpension inklusive für die Gruppe bestätigt.)
6.
Zij ... het hostel voor de vakantie ... online.
(Sie haben die Unterkunft für den Urlaub online bestätigt.)