Bevestigen (bevestigen)

Bevestigen (bevestigen)

Leer het werkwoord "Bevestigen" te vervoegen in het voltooid tegenwoordige tijd, indicatief.

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Voltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Bevestigen (bevestigen)

Lesprogramma: Nederlandse les - Boek uw accommodatie (Boek uw accommodatie)

Voltooid Tegenwoordige Tijd van bevestigen

Nederlands Nederlands
(ik) heb bevestigd (ik) heb bevestigd
(jij) hebt bevestigd / hebt bevestigd (jij) hebt bevestigd / hebt bevestigd
(hij/zij/het) heeft bevestigd (hij/zij/het) heeft bevestigd
(wij) hebben bevestigd (wij) hebben bevestigd
(jullie) hebben bevestigd (jullie) hebben bevestigd
(zij) hebben bevestigd (zij) hebben bevestigd