Herken de woorden in de video: Dat staat je goed! Welke kleur past bij mij? Grijs, rood, kleuren, huidkleur, haarkleur, oogkleuren, koele kleurenset, warme kleurenset, harmonie, zacht, donker, bleker, geel, blauw, goud, zilver, roze.
Recognize the words in the video: That suits you! Which colour suits me? Grey, red, colours, skin colour, hair colour, eye colours, cool colour palette, warm colour palette, harmony, soft, dark, paler, yellow, blue, gold, silver, pink.
Anna volgt het kleurenadvies van de stylist!
| 1. | Anna is een zomertype. | (Anna is a summer type.) Show |
| 2. | Ze kiest een blauwe spijkerbroek. | (She chooses a blue pair of jeans.) Show |
| 3. | Die broek past goed bij haar rode blouse en zwarte schoenen. | (Those pants go well with her red blouse and black shoes.) Show |
| 4. | Ze doet een gele riem om haar taille. | (She puts a yellow belt around her waist.) Show |
| 5. | Dat past bij haar zwart haar. | (That matches her black hair.) Show |
| 6. | Anna denkt: Dit ziet er goed uit! | (Anna thinks: This looks good!) Show |
| 7. | Beter dan het roze jurkje van gisteren. | (Better than the pink dress from yesterday.) Show |
| 8. | Ze trekt haar groene sokken aan. | (She puts on her green socks.) Show |
| 9. | Die passen bij haar ogen. | (They match her eyes.) Show |
| 10. | Voordat ze weggaat, pakt ze haar bruine tas. | (Before she leaves, she grabs her brown bag.) Show |
| 11. | Ze neemt ook een paarse sjaal mee. | (She also takes a purple scarf.) Show |
| 12. | En witte oorbellen. | (And white earrings.) Show |
| 13. | De styliste zegt dat die kleuren niet goed zijn, maar Anna doet haar eigen zin. | (The stylist says those colors are not good, but Anna does what she wants.) Show |
| 14. | Haar haar is een beetje grijs. | (Her hair is a bit gray.) Show |
| 15. | Ze vindt dat natuurlijk en mooi. | (She finds that natural and beautiful.) Show |
Exercise 1: Discussion questions
Instruction: Discuss the questions after listening to the audio or reading through the text.
- Welke kleur heeft de sjaal van Anna?
- Noem alle kledingstukken van Anna en hun kleur.
- Wat heb jij aan? Welke kleuren draag jij het liefste?
- Welke kleuren passen het beste bij elkaar?
- Heb jij natuurlijk haar? Of kleur je het liever?
What colour is Anna's scarf?
List all of Anna's clothing items and their colours.
What are you wearing? Which colours do you prefer to wear?
Which colours go best together?
Do you have natural hair? Or do you prefer to colour it?
Exercise 2: Practice in context
Instruction: Open de link en vertel welke kleding je ziet. (Een rode broek,...). Let op het gebruik van de adjectieven.