10K+ students - 4.8/5
Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation
Deze video laat zien hoe een kleurenanalyse werkt en hoe huidskleur, oogkleur en haarkleur bepalen welke kledingkleuren je het beste staan.
This video shows how a colour analysis works and how skin colour, eye colour, and hair colour determine which clothing colours suit you best.

Exercise 1: Word bingo

Instruction: 1. Listen minimum two times to the video and indicate the words you hear. 2. Use the words to form a conversation with your teacher (write down your conversation). 3. Memorize the words with the word trainer.

Word Translation
De huidkleur The skin color
De haarkleur The hair color
De oogkleur The eye color
De koele kleurenset The cool color set
De warme kleurenset The warm color set
De harmonie The harmony
Zacht Soft
Donker Dark
Bleker Palier
Geel Yellow
Blauw Blue
Grijs Gray

Exercise 2: Text

Instruction: 1. Read the text in pairs. 2. Memorize the phrases by covering the translation.

Anna volgt het kleurenadvies van de stylist!

Anna follows the stylist's colour advice!
Anna is een zomertype. Ze kiest dus voor een blauwe spijkerbroek. (Anna is a summer type. So she chooses a pair of blue jeans.)
Die past goed bij haar rode blouse en zwarte schoenen. (They go well with her red blouse and black shoes.)
Ze doet een gele riem om haar taille. (She puts a yellow belt around her waist.)
Dat past bij haar zwarte haren. (That matches her black hair.)
Anna denkt: Dit ziet er goed uit! Beter dan het roze jurkje van gisteren. (Anna thinks: This looks good! Better than the pink dress from yesterday.)
Ze trekt haar groene sokken aan, want die passen bij haar ogen. (She puts on her green socks, because they match her eyes.)
Voordat ze weggaat, pakt ze haar bruine tas. (Before she leaves, she takes her brown bag.)
Ze neemt ook een paarse sjaal mee. (She also takes a purple scarf with her.)
En witte oorbellen. (And white earrings.)
De styliste zegt dat die kleuren niet goed zijn, maar Anna doet haar eigen zin. (The stylist says those colors are not good, but Anna does as she pleases.)
Haar haar is een beetje grijs. (Her hair is a bit gray.)
Ze vindt dat natuurlijk en mooi. (She finds that natural and beautiful.)

Exercise 3: Questions about the text

Instruction: Read the text above and choose the correct answer.

1. Welke kleur heeft de blouse die Anna aanheeft?

(What color is the blouse that Anna is wearing?)

2. Wat draagt Anna om haar taille?

(What is Anna wearing around her waist?)

3. Waarom doet Anna haar groene sokken aan?

(Why does Anna put on her green socks?)

4. Wat zegt de styliste over de kleuren die Anna kiest?

(What does the stylist say about the colors Anna chooses?)

Exercise 4: Open conversation questions

Instruction: Discuss the following questions with your teacher using the vocabulary from this lesson, and write down your answers.

  1. Welke kleuren draagt Anna vandaag en hoe passen die bij haar haar en ogen?
    2. Which colors is Anna wearing today and how do they match her hair and eyes?
  2. Waar let jij op bij het kiezen van kleuren voor je kleding?
    3. What do you pay attention to when choosing colors for your clothes?
  3. Heb je een favoriete kleur om te dragen? Waarom?
    4. Do you have a favorite color to wear? Why?
  4. Hoe voel je je als je kleding draagt die goed bij elkaar past of juist niet?
    5. How do you feel when you wear clothes that go well together or not?

Exercise 5: Practice in context

Instruction: Open de link en vertel welke kleding je ziet. (Een rode broek,...). Let op het gebruik van de adjectieven.

  1. https://www.tweedehandskleding.nl/