Uitnodigen (to invite)

Uitnodigen (to invite)

Learn to conjugate the verb "to invite" in Dutch: present perfect tense, indicative mood tense

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Present perfect tense, indicative mood)

All conjugations and tenses: Uitnodigen (to invite)

Syllabus: Dutch lesson - Vrienden bezoeken (Visiting friends)

Conjugation of to invite in Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)

Dutch English
(ik) heb uitgenodigd I have invited
(jij) hebt uitgenodigd / hebt uitgenodigd you have invited
(hij/zij/het) heeft uitgenodigd he has invited/she has invited/it has invited
(wij) hebben uitgenodigd we have invited
(jullie) hebben uitgenodigd you have invited
(zij) hebben uitgenodigd they have invited