10K+ students - 4.8/5
Learn with a teacher Learning materials included Practise conversation

Zaaien (to sow) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Present continuous, indicative mood)

Zaaien (to sow) - Verb conjugation and exercises

Zaaien - Conjugation of to sow in Dutch: Conjugation table, examples and exercises in the present continuous, indicative mood tense (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Present continuous, indicative mood)

All conjugations and tenses: Zaaien (to sow) - Verb conjugation and exercises

Syllabus: Dutch lesson - Kamerplanten en tuinplanten (Houseplants and garden plants)

Conjugation of to sow in Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)

Dutch English
(ik) zaai I sow
(jij) zaait/zaai You sow
(hij/zij/het) zaait he/she/it sows
(wij) zaaien we sow
(jullie) zaaien you sow
(zij) zaaien they sow

Example phrases

Dutch English
Ik zaai zaad in de aarde van de tuin. I sow seed in the soil of the garden.
Zaaait jij bloemen in de tuin dit jaar? You sow flowers in the garden this year
De tuinman zaait nieuwe planten naast de boom. He sows new plants next to the tree.
Wij zaaien samen zaad in de grote bloempot. We sow seeds together in the large flowerpot.
Jullie zaaien altijd vroeg in het voorjaar. You sow always early in the spring.
Zij zaaien verse bloemen in hun mooie tuin. They sow fresh flowers in their beautiful garden.

Exercise: Verb conjugation

Instruction: Choose the correct form.

Show translation Show answers

zaai, zaait, zaaien

1.
Zij ... verse bloemen in hun mooie tuin.
(They sow fresh flowers in their beautiful garden.)
2.
Jullie ... altijd vroeg in het voorjaar.
(You sow always early in the spring.)
3.
Wij ... samen zaad in de grote bloempot.
(We sow seeds together in the large flowerpot.)
4.
De tuinman ... nieuwe planten naast de boom.
(He sows new plants next to the tree.)
5.
Ik ... zaad in de aarde van de tuin.
(I sow seed in the soil of the garden.)