Klingen (klinken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen Delen Gekopieerd!

Vervoeging van klingen (klinken) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: A1

Module 6: Die Stadt und das Dorf (De stad en het dorp)

Les 45: Musik und Kunst (Muziek en kunst)

Infinitiv	Partizip
Klingen (klinken)	geklungen (geklonken)

Werkwoordstijden

Duits	Nederlands
ich werde geklungen haben	ik zal hebben geklonken
du wirst geklungen haben	jij zult hebben geklonken
er/sie/es wird geklungen haben	hij/zij/het zal geklonken hebben
wir werden geklungen haben	wij zullen hebben geklonken
ihr werdet geklungen haben	jullie zullen geklonken hebben
sie werden geklungen haben	zij zullen geklonken hebben

Duits	Nederlands
(ich) klänge	ik klinke
(du) klängest/klängest	jij zou klinken/jij zou klinken
(er/sie/es) klänge	hij/zij/het klonk
(wir) klängen	wij zouden klinken
(ihr) klänget	jullie zouden klinken
(sie) klängen	zij zouden klinken

Duits	Nederlands
ich hätte geklungen/ich wäre geklungen	ik zou geklonken hebben
du hättest geklungen/du wärst geklungen	jij zou geklonken hebben/jij zou geklonken zijn
er/sie/es hätte geklungen/er/sie/es wäre geklungen	hij/zij/het zou geklonken hebben
wir hätten geklungen/wir wären geklungen	wij zouden geklonken hebben/wij zouden geklonken zijn
ihr hättet geklungen/ihr wärt geklungen	jullie zouden geklonken hebben/jullie zouden geklonken zijn
sie hätten geklungen/sie wären geklungen	zij zouden geklonken hebben/zij zouden geklonken zijn

Duits	Nederlands
-	Jij klink