Examiner (onderzoeker) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vervoeging van examiner (onderzoeker) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

 Examiner (onderzoeker) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: A2

Module 6: Au travail (Op het werk)

Les 38: Entretien d'embauche (Sollicitatiegesprek)

Infinitif Participe passé
Examiner (onderzoeker) examiné (onderzocht)

Werkwoordsvervoegingen

Indicatif

Present 

Frans Nederlands
(je/j') j'examine ik onderzoek
tu examines jij onderzoekt
il/elle/on examine hij/zij/men onderzoekt
nous examinons wij onderzoeken
vous examinez u onderzoekt
ils/elles examinent zij onderzoeken

Imparfait 

Frans Nederlands
(je/j') examinais ik onderzocht
(tu) examinais jij onderzocht
(il/elle/on) examinait hij/zij/men onderzocht
(nous) examinions we onderzochten
(vous) examiniez u onderzocht
(ils/elles) examinaient zij onderzochten

Passé composé 

Frans Nederlands
(je/j') j'ai examiné ik heb onderzocht
tu as examiné jij hebt onderzocht
il/elle/on a examiné hij/zij/men heeft onderzocht
nous avons examiné wij hebben onderzocht
vous avez examiné u hebt onderzocht
ils/elles ont examiné zij hebben onderzocht

Plus-que-parfait 

Frans Nederlands
(je/j') avais examiné ik had onderzocht
(tu) avais examiné jij had onderzocht
(il/elle/on) avait examiné hij/zij/men had onderzocht
(nous) avions examiné wij hadden onderzocht
(vous) aviez examiné jullie hadden onderzocht
(ils/elles) avaient examiné zij hadden onderzocht

Futur simple 

Frans Nederlands
(je/j') j'examinerai ik zal onderzoeken
tu examineras jij zult onderzoeken
il/elle/on examinera hij/zij/men zal onderzoeken
nous examinerons wij zullen onderzoeken
vous examinerez u zult onderzoeken
ils/elles examineront zij zullen onderzoeken

Futur antérieur 

Frans Nederlands
(je/j') aurai examiné ik zal onderzocht hebben
(tu) auras examiné jij zult onderzocht hebben
(il/elle/on) aura examiné hij/zij/men zal hebben onderzocht
(nous) aurons examiné wij zullen onderzocht hebben
(vous) aurez examiné jullie/zult onderzocht hebben
(ils/elles) auront examiné zij zullen onderzocht hebben

Conditionnel

Conditionnel présent 

Frans Nederlands
(je/j') j'examinerais ik zou onderzoeker
tu examinerais jij zou onderzoeken
il/elle/on examinerait hij/zij/men zou onderzoeken
nous examinerions wij zouden onderzoeken
vous examineriez u zou onderzoeken
ils/elles examineraient zij zouden onderzoeken

Conditionnel passé 

Frans Nederlands
(je/j') aurais examiné ik zou onderzocht hebben
(tu) aurais examiné jij zou hebben onderzocht
(il/elle/on) aurait examiné hij/zij/men zou onderzocht hebben
(nous) aurions examiné wij zouden hebben onderzocht
(vous) auriez examiné u zou onderzocht hebben
(ils/elles) auraient examiné zij zouden onderzocht hebben

Subjonctif

Subjonctif présent 

Frans Nederlands
(je/j') que j'examine ik onderzoek
(tu) que tu examines jij onderzoeker
(il/elle/on) qu'il/elle/on examine hij/zij/men onderzoekt
(nous) que nous examinions wij onderzoeken
(vous) que vous examiniez dat u onderzoekt
(ils/elles) qu'ils/elles examinent zij onderzoeken

Subjonctif passé 

Frans Nederlands
(je/j') aie examiné ik heb onderzocht
(tu) aies examiné jij hebt onderzocht
(il/elle/on) ait examiné hij/zij/men heeft onderzocht
(nous) ayons examiné wij hebben onderzocht
(vous) ayez examiné u hebt onderzocht
(ils/elles) aient examiné zij hebben onderzocht

Impératif

Impératif 

Frans Nederlands
Examine jij onderzoekt
Examinons wij onderzoeken
Examinez onderzoeker