Préparer (voorbereiden) - Present, indicatif (Présent, indicatief) Delen Gekopieerd!

Préparer - Vervoeging van voorbereiden in het Frans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, de indicatief. (Present, indicatif).
Present, indicatif (Présent, indicatief)
Alle vervoegingen en tijden: Préparer (voorbereiden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Leerplan: Franse les - Dire ton âge (Je leeftijd zeggen)
vervoeging van voorbereiden in de tegenwoordige tijd
Frans | Nederlands |
---|---|
(je/j') je prépare | ik bereid voor |
tu prépares | jij bereidt voor |
il/elle/on prépare | hij/zij/men bereidt voor |
nous préparons | wij bereiden voor |
vous préparez | jullie bereiden voor |
ils/elles préparent | zij bereiden voor |
Voorbeeldzinnen
Frans | Nederlands |
---|---|
Je prépare le gâteau pour ton anniversaire. | Ik maak de taart voor je verjaardag klaar. |
Tu prépares un cadeau pour la fête ? | jij bereidt een cadeau voor het feest |
Elle prépare une fête pour ses parents. | zij bereidt een feest voor haar ouders voor |
Nous préparons une surprise pour l'anniversaire. | Wij bereiden een verrassing voor de verjaardag voor. |
Vous préparez la fête avec toute la famille. | U bereidt het feest voor met de hele familie. |
Ils préparent le gâteau pour leurs enfants. | zij bereiden de taart voor hun kinderen |