Se reposer (uitrusten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Delen
Gekopieerd!
Vervoeging van se reposer (uitrusten) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.
Infinitif |
Participe passé |
Se reposer
(uitrusten)
|
reposé
(uitgerust)
|
Werkwoordsvervoegingen
Indicatif
Present
Delen
Gekopieerd!
Frans |
Nederlands |
(je/j') je me repose |
ik rust uit |
tu te reposes |
jij rust uit |
il/elle/on se repose |
hij/zij/men rust uit |
nous nous reposons |
wij rusten uit |
vous vous reposez |
jullie rusten uit |
ils/elles se reposent |
zij rusten uit |
|
Imparfait
Delen
Gekopieerd!
Frans |
Nederlands |
(je/j') reposais |
ik rustte uit |
(tu) reposais |
jij rustte uit |
(il/elle/on) reposait |
hij/zij/men rustte uit |
(nous) reposions |
wij rustten uit |
(vous) reposiez |
jullie rustten uit |
(ils/elles) reposaient |
zij rustten uit |
|
Passé composé
Delen
Gekopieerd!
Frans |
Nederlands |
(je/j') je me suis reposé(e) |
ik heb uitgerust |
tu t'es reposé(e) |
jij hebt uitgerust |
il/elle/on s'est reposé(e) |
hij/zij/men heeft gerust |
nous nous sommes reposé(e)s |
wij hebben gerust |
vous vous êtes reposé(e)(s) |
jullie hebben gerust |
ils/elles se sont reposé(e)s |
zij hebben uitgerust |
|
Plus-que-parfait
Delen
Gekopieerd!
Frans |
Nederlands |
(je/j') je m'étais reposé(e) |
ik was uitgerust |
tu t'étais reposé(e) |
jij had gerust |
il/elle/on s'était reposé(e) |
hij/zij/men had uitgerust |
nous nous étions reposé(e)s |
wij waren uitgerust |
vous vous étiez reposé(e)(s) |
jullie hadden uitgerust / u had uitgerust |
ils/elles s'étaient reposé(e)s |
zij hadden uitgerust |
|
Futur simple
Delen
Gekopieerd!
Frans |
Nederlands |
(je/j') je me reposerai |
ik zal uitrusten |
tu te reposeras |
jij zult uitrusten |
il/elle/on se reposera |
hij/zij/men zal uitrusten |
nous nous reposerons |
wij zullen uitrusten |
vous vous reposerez |
jullie zullen uitrusten |
ils/elles se reposeront |
zij zullen uitrusten |
|
Futur antérieur
Delen
Gekopieerd!
Frans |
Nederlands |
(je/j') me serai reposé / reposée |
ik zal uitgerust zijn |
(tu) te seras reposé / reposée |
jij zult uitgerust zijn |
(il/elle/on) se sera reposé / reposée |
hij/zij/men zal uitgeruster zijn |
nous serons reposés / reposées |
wij zullen uitgerust zijn |
vous serez reposés / reposées |
jullie zullen uitgerust zijn |
(ils/elles) se seront reposés / reposées |
zij zullen uitgerust zijn |
|
Conditionnel
Conditionnel présent
Delen
Gekopieerd!
Frans |
Nederlands |
(je/j') me reposerais |
ik zou uitrusten |
(tu) te reposerais |
jij zou uitrusten |
(il/elle/on) se reposerait |
hij/zij/men zou uitrusten |
nous reposerions |
wij zouden uitrusten |
vous reposeriez |
u zou uitrusten |
(ils/elles) se reposeraient |
zij zouden uitrusten |
|
Conditionnel passé
Delen
Gekopieerd!
Frans |
Nederlands |
(je/j') me serais reposé/e |
ik zou zijn uitgerust |
(tu) te serais reposé/e |
jij zou uitrusten |
(il/elle/on) se serait reposé/e |
hij/zij/men zou gerust hebben |
nous serions reposé/es |
wij zouden uitgerust zijn |
vous seriez reposé/es |
u zou uitrusten |
(ils/elles) se seraient reposé/es |
zij zouden zijn uitgerust |
|
Subjonctif
Subjonctif présent
Delen
Gekopieerd!
Frans |
Nederlands |
(je/j') que je me repose |
ik dat ik uitrust |
(tu) que tu te reposes |
dat jij uitrust |
(il/elle/on) qu'il/elle/on se repose |
hij/zij/men dat hij/zij/men uitrust |
(nous) que nous nous reposions |
wij dat wij uitrusten |
(vous) que vous vous reposiez |
jullie zouden uitrusten |
(ils/elles) qu'ils/elles se reposent |
zij rusten uit |
|
Subjonctif passé
Delen
Gekopieerd!
Frans |
Nederlands |
(je/j') que je me sois reposé(e) |
dat ik uitrust |
(tu) que tu te sois reposé(e) |
jij dat jij hebt uitgerust |
(il/elle/on) qu'il/elle/on se soit reposé(e) |
hij/zij/men dat hij zich heeft uitgerust |
(nous) que nous nous soyons reposé(e)s |
wij dat wij ons hebben uitgerust |
(vous) que vous vous soyez reposé(e)(s) |
jullie hebben uitgerust / u hebt uitgerust |
(ils/elles) qu'ils/elles se soient reposé(e)s |
zij uitrusten |
|
Impératif
Impératif
Delen
Gekopieerd!
Frans |
Nederlands |
Reposons-nous! |
rust uit |
Repose-toi! |
rust uit |
|