Affittare (huren) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

 Affittare (huren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Affittare - Vervoeging van huren in het Italiaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs (Presente, indicativo).

Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Affittare (huren) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Syllabus: Italiaanse les - Alloggio (Huisvesting en accommodatie)

Vervoeging van huren in de tegenwoordige tijd

Italiaans Nederlands
(io) affitto ik huur
(tu) affitti jij huurt
(lui/lei) affitta hij/zij huurt
(noi) affittiamo wij huren
(voi) affittate jullie huren
(loro) affittano zij huren

Voorbeeldzinnen

Italiaans Nederlands
Io affitto una stanza vicino al centro. Ik huur een kamer dichtbij het centrum.
Tu affitti il tuo appartamento in città. Jij verhuurt je appartement in de stad.
Il proprietario affitta una villa al mare. Hij huurt een villa aan zee.
Noi affittiamo un bifamiliare nel vicinato. Wij huren een twee-onder-een-kapwoning in de buurt.
Voi affittate un edificio per gli inquilini. Jullie huren een gebouw voor de huurders.
Loro affittano un hotel per i turisti. Zij huren een hotel voor de toeristen.