Essere (zijn) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!
Essere - Verbuiging van Zijn in het Italiaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, onvoltooid tegenwoordige wijs (Presente, indicativo).
Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Essere (zijn) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Syllabus: Italiaanse les - Saluti e arrivederci (Groeten en afscheid)
Vervoeging van zijn in de tegenwoordige tijd
| Italiaans | Nederlands |
|---|---|
| (io) sono | ik ben |
| (tu) sei | jij bent |
| (lui/lei) è | hij/zij is |
| (noi) siamo | wij zijn |
| (voi) siete | jullie zijn |
| (loro) sono | zij zijn |
Voorbeeldzinnen
| Italiaans | Nederlands |
|---|---|
| Io sono qui, come stai? | Ik ben hier, hoe gaat het met je? |
| Tu sei pronto per la lezione? | jij bent klaar voor de les |
| Lui è felice di vederti, ciao! | Hij is blij je te zien, hoi! |
| Noi siamo amici, arrivederci! | Wij zijn vrienden, tot ziens! |
| Voi siete stanchi? Buona giornata! | Jullie zijn moe? Fijne dag! |
| Loro sono in classe adesso. | zij zijn nu in de klas |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
sono, sei, siamo, siete, è
1.
Io ... qui, come stai?
(Ik ben hier, hoe gaat het met je?)
2.
Voi ... stanchi? buona giornata!
(Zijn jullie moe? Fijne dag!)
3.
Tu ... pronto per la lezione?
(Jij bent klaar voor de les)
4.
Loro ... in classe adesso.
(Zij zijn nu in de klas)
5.
Noi ... amici, arrivederci!
(Wij zijn vrienden, tot ziens!)
6.
Lui ... felice di vederti, ciao!
(Hij is blij je te zien, hoi!)