Indossare (dragen) - Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!
Indossare - Vervoeging van dragen in het Italiaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Presente, indicativo).
Presente, indicativo (Tegenwoordige tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Indossare (dragen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Syllabus: Italiaanse les - Al negozio d'abbigliamento (In de kledingwinkel)
Vervoeging van dragen in tegenwoordige tijd
| Italiaans | Nederlands |
|---|---|
| (io) indosso | ik draag |
| (tu) indossi | jij draagt |
| (lui/lei) indossa | hij/zij draagt |
| (noi) indossiamo | wij dragen |
| (voi) indossate | jullie dragen |
| (loro) indossano | zij dragen |
Voorbeeldzinnen
| Italiaans | Nederlands |
|---|---|
| Io indosso la camicia nuova oggi. | Ik draag vandaag het nieuwe overhemd. |
| Tu indossi la gonna blu in negozio? | Draag je de blauwe rok in de winkel? |
| Lei indossa il maglione caldo ora. | Ze draagt nu de warme trui. |
| Noi indossiamo i pantaloni verdi insieme. | Wij dragen samen de groene broek. |
| Voi indossate la giacca prima di uscire. | Jullie trekken de jas aan voordat je uitgaat. |
| Loro indossano i guanti quando fa freddo. | Zij dragen handschoenen als het koud is. |