Toccare (aanraken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vervoeging van toccare (aanraken) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

 Toccare (aanraken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: A1

Module 4: Descrivere oggetti e persone (Objecten en mensen beschrijven)

Les 26: Sensi e percezione (Zintuigen en waarnemen)

Infinito Participio passato
Toccare (aanraken) Toccato (aangeraakt)

Werkwoordstijden

Indicativo

Presente 

Italiaans Nederlands
(io) tocco ik raak aan
(tu) tocchi jij raakt aan
(lui/lei) tocca hij/zij raakt aan
(noi) tocchiamo wij raken aan
(voi) toccate jullie raken aan
(loro) toccano zij raken aan

Imperfetto 

Italiaans Nederlands
(io) toccavo ik raakte aan
(tu) toccavi jij raakte aan
(lui/lei) toccava hij/zij raakte aan
(noi) toccavamo wij raakten aan
(voi) toccavate jullie raakten aan
(loro) toccavano zij raakten aan

Passato prossimo 

Italiaans Nederlands
(io) ho toccato ik heb aangeraakt
(tu) hai toccato jij hebt aangeraakt
(lui/lei) ha toccato hij/zij heeft aangeraakt
(noi) abbiamo toccato wij hebben aangeraakt
(voi) avete toccato jullie hebben aangeraakt
(loro) hanno toccato zij hebben aangeraakt

Trapassato prossimo 

Italiaans Nederlands
(io) avevo toccato ik had aangeraakt
(tu) avevi toccato jij had aangeraakt
(lui/lei) aveva toccato hij/zij had aangeraakt
(noi) avevamo toccato wij hadden aangeraakt
(voi) avevate toccato jullie hadden aangeraakt
(loro) avevano toccato zij hadden aangeraakt

Futuro semplice 

Italiaans Nederlands
(io) toccherò ik zal aanraken
(tu) toccherai jij zal aanraken
(lui/lei) toccherà hij/zij zal aanraken
(noi) toccheremo wij zullen aanraken
(voi) toccherete jullie zullen aanraken
(loro) toccheranno zij zullen aanraken

Futuro anteriore 

Italiaans Nederlands
(io) avrò toccato ik zal hebben aangeraakt
(tu) avrai toccato jij zal hebben aangeraakt
(lui/lei) avrà toccato hij/zij zal hebben aangeraakt
(noi) avremo toccato wij zullen aangeraakt hebben
(voi) avrete toccato jullie zullen aangeraakt hebben
(loro) avranno toccato zij zullen aangeraakt hebben

Condizionale

Condizionale presente 

Italiaans Nederlands
(io) toccherei ik zou aanraken
(tu) toccheresti jij zou aanraken
(lui/lei) toccherebbe hij/zij zou aanraken
(noi) toccheremmo wij zouden aanraken
(voi) tocchereste jullie zouden aanraken
(loro) toccherebbero zij zouden aanraken

Condizionale passato 

Italiaans Nederlands
(io) avrei toccato ik zou hebben aangeraakt
(tu) avresti toccato jij zou hebben aangeraakt
(lui/lei) avrebbe toccato hij/zij zou hebben aangeraakt
(noi) avremmo toccato wij zouden hebben aangeraakt
(voi) avreste toccato jullie zouden hebben aangeraakt
(loro) avrebbero toccato zij zouden hebben aangeraakt

Congiuntivo

Congiuntivo presente 

Italiaans Nederlands
(io) tocchi ik raak aan
(tu) tocchi jij aanraakt
(lui/lei) tocchi hij/zij aanrake
(noi) tocchiamo wij aanraken
(voi) tocchiate jullie aanraken
(loro) tocchino zij aanraken

Congiuntivo passato 

Italiaans Nederlands
(io) abbia toccato ik heb aangeraakt
(tu) abbia toccato jij hebt aangeraakt
(lui/lei) abbia toccato hij/zij heeft aangeraakt
(noi) abbiamo toccato wij hebben aangeraakt
(voi) abbiate toccato jullie hebben aangeraakt
(loro) abbiano toccato zij hebben aangeraakt

Congiuntivo imperfetto 

Italiaans Nederlands
(io) tocchassi ik aanrake
(tu) tocchassi jij aanraking
(lui/lei) tocchasse hij/zij aanrakte
(noi) tocchassimo wij aanraken
(voi) tocchaste jullie zouden aanraken
(loro) tocchassero zij zouden aanraken

Congiuntivo trapassato 

Italiaans Nederlands
(io) avessi toccato ik had aangeraakt
(tu) avessi toccato jij had aangeraakt
(lui/lei) avesse toccato hij/zij had aangeraakt
(noi) avessimo toccato wij hadden aangeraakt
(voi) aveste toccato jullie hadden aangeraakt
(loro) avessero toccato zij hadden aangeraakt

Imperativo

Imperativo 

Italiaans Nederlands
Tocca! raak aan
Tocca! raak aan
Tocchi! Wij raken aan
Tocchiamo! Jullie raken aan
Toccate! aanraken