Leer hoe je in het Italiaans zintuigen en vergelijkingen met bijvoeglijke naamwoorden maakt, zoals 'più + aggettivo + di'. Oefen met praktische woorden over zicht, smaak en aanraken, en begrijp de vervoegingen van zintuig-gerelateerde werkwoorden als 'annusare' en 'toccare' in de verleden tijd.
Woordenschat (14) Delen Gekopieerd!
Oefeningen Delen Gekopieerd!
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Zinnen herschikken
Instructie: Maak correcte zinnen en vertaal.
Oefening 2: Een woord matchen
Instructie: Kom de vertalingen overeen
Oefening 3: Clusteren van woorden
Instructie: Classificeer deze woorden volgens de zintuigen waar ze naar verwijzen om je te helpen ze beter te onthouden.
Aspetti visivi (vista)
Sapori (gusto)
Oefening 4: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.
1
Toccare
Aanraken
2
Chiaro
Helder
3
Dolce
Zoet
4
Pulito
Schoon
5
Morbido
Zacht
Esercizio 5: Gespreksoefening
Istruzione:
- Beschrijf het tegenovergestelde in de afbeeldingen met vergelijkingen (meer dan, evenveel als, minder dan). (Beschrijf de tegenstelling in de afbeeldingen met vergelijkingen (meer dan, zo ... als, minder dan).)
- Vraag aan de persoon die naast je zit of ze de voorkeur geven aan zoet of zout eten, zoete of bittere drankjes,... (Vraag aan de persoon die naast je zit of ze de voorkeur geven aan zoet of zout eten, zoete of bittere dranken,...)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 10 minuten
Voorbeeldzinnen:
Il caffè è più amaro del tè. Koffie is bitterder dan thee. |
Una mela è più dura di una banana. Een appel is harder dan een banaan. |
I fiori profumano meglio dei calzini. Bloemen ruiken beter dan sokken. |
Il cibo salato è buono quanto il cibo dolce. Zout voedsel smaakt net zo goed als zoet voedsel. |
Preferisci l'odore del caffè o del tè? Heb je liever de geur van koffie of thee? |
Preferisco l'odore amaro del caffè. Ik geef de voorkeur aan de bittere geur van koffie. |
... |
Oefening 6: Gesprekskaarten
Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.
Oefening 7: Meerkeuze
Instructie: Kies de juiste oplossing
1. Ieri ___ toccato una stoffa molto morbida al supermercato.
(Gisteren ___ een hele zachte stof aangeraakt in de supermarkt.)2. ___ annusato il profumo dei fiori nel giardino.
(___ de geur van de bloemen in de tuin geroken.)3. Lui ___ toccato la superficie del tavolo e l'ha trovata più liscia della sedia.
(Hij ___ het oppervlak van de tafel aangeraakt en vond het gladder dan de stoel.)4. Tu ___ annusato quel formaggio? Sembra più salato del solito.
(Jij ___ die kaas geroken? Het lijkt zouter dan normaal.)Oefening 8: Een uitje naar de markt
Instructie:
Werkwoordschema's
Annusare - Ruiken
Passato prossimo
- io ho annusato
- tu hai annusato
- lui/lei ha annusato
- noi abbiamo annusato
- voi avete annusato
- loro hanno annusato
Essere - Zijn
Passato prossimo
- io sono stato/a
- tu sei stato/a
- lui/lei è stato/a
- noi siamo stati/e
- voi siete stati/e
- loro sono stati/e
Toccare - Aanraken
Passato prossimo
- io ho toccato
- tu hai toccato
- lui/lei ha toccato
- noi abbiamo toccato
- voi avete toccato
- loro hanno toccato
Essere - Zijn
Presente
- io sono
- tu sei
- lui/lei è
- noi siamo
- voi siete
- loro sono
Essere - Zijn
Imperfetto
- io ero
- tu eri
- lui/lei era
- noi eravamo
- voi eravate
- loro erano
Oefening 9: Gli aggettivi comparativi: "Più + aggettivo + di," ...
Instructie: Vul het juiste woord in.
Grammatica: De vergrotende trap van bijvoeglijke naamwoorden: "Più + aggettivo + di," ...
Toon vertaling Toon antwoordenpiù, come, meno
Grammatica Delen Gekopieerd!
We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!
A1.26.1 Grammatica
Gli aggettivi comparativi: "Più + aggettivo + di," ...
De vergrotende trap van bijvoeglijke naamwoorden: "Più + aggettivo + di," ...
Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les Delen Gekopieerd!
Toccare aanraken Delen Gekopieerd!
Passato prossimo
Italiaans | Nederlands |
---|---|
(io) ho toccato | ik heb aangeraakt |
(tu) hai toccato | jij hebt aangeraakt |
(lui/lei) ha toccato | hij/zij heeft aangeraakt |
(noi) abbiamo toccato | wij hebben aangeraakt |
(voi) avete toccato | jullie hebben aangeraakt |
(loro) hanno toccato | zij hebben aangeraakt |
Annusare ruiken Delen Gekopieerd!
Passato prossimo
Italiaans | Nederlands |
---|---|
(io) ho annusato | ik heb geroken |
(tu) hai annusato | jij hebt geroken |
(lui/lei) ha annusato | hij/zij heeft geroken |
(noi) abbiamo annusato | wij hebben geroken |
(voi) avete annusato | jullie hebben geroken |
(loro) hanno annusato | zij hebben geroken |
Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!
Wil je vandaag Italiaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem gewoon vandaag nog contact op met een van onze docenten.
Inleiding tot zintuigen en vergelijkingen in het Italiaans
In deze les verkennen we hoe je zintuigen en het gebruik van vergelijkingen in het Italiaans kunt beschrijven. Het centrale grammaticale thema zijn de vergelijkende bijvoeglijke naamwoorden, gevormd met "più + aggettivo + di" (meer + bijvoeglijk naamwoord + dan). Hiermee kun je verschillen aangeven, bijvoorbeeld tussen twee geuren, smaken, of geluidssterktes.
Belangrijke grammaticale structuur
Je leert zinnen maken als "Il caffè è più amaro del tè" (De koffie is bitterder dan de thee). Dit principe geldt voor allerlei zintuiglijke waarnemingen zoals zicht, smaak, gehoor en tastzin.
Voorbeelden van zintuigingen en woorden
- Visueel (zicht): il chiaro (licht), lo scuro (donker), pulito (schoon), sporco (vuil)
- Smaak (sapore): amaro (bitter), dolce (zoet), salato (zout), duro (hard)
Praktische dialogen
De lessen bevatten dialogen waarin je leert vergelijkingen te maken over geuren op een markt of smaken van Italiaanse lekkernijen. Bijvoorbeeld: „Questo pepe è più profumato del peperoncino“ (Deze peper is geuriger dan de chilipeper).
Gebruik van werkwoorden in combinatie met zintuigen
Daarnaast oefen je vervoegingen van werkwoorden als annusare (ruiken) en toccare (aanraken) in de verleden tijd, wat helpt om zintuiglijke ervaringen te beschrijven.
Opvallende verschillen met het Nederlands
Een interessant verschil is de Italiaanse constructie met "di" die als vergelijkingswoord wordt gebruikt, vergelijkbaar met het Nederlandse "dan". Waar in het Italiaans vaak "più + aggettivo + di" wordt gezegd, gebruikt het Nederlands "meer + bijvoeglijk naamwoord + dan". Verder is het belangrijk te letten op de vervoeging van werkwoorden in het passato prossimo die vaak met hulpwerkwoorden avere of essere worden gevormd, afhankelijk van het werkwoord.
Nuttige zinnen en woorden:
- „Il suono è più alto di quello.” – „Het geluid is hoger dan dat.”
- „Ho annusato il profumo.” – „Ik heb de geur geroken.”
- „Questo cuscino è più morbido della sedia.” – „Dit kussen is zachter dan de stoel.”
- „Più... di...” = „meer ... dan...”