Italiaans A1 module 4: Descrivere oggetti e persone (Objecten en mensen beschrijven)
Dit is leermodule 4 van 6 van ons Italiaanse A1-curriculum. Elke leermodule bevat 6 tot 8 hoofdstukken.
Leerdoelen:
-
Beschrijf wat je in je omgeving ziet.
-
Veelvoorkomende bijvoeglijke naamwoorden en voorwerpen.
-
Beschrijf het uiterlijk van mensen en dingen.
Lessen (8)
Leerdoelen
-
Beschrijf het uiterlijk van mensen
-
Gebruik bijvoeglijke naamwoorden om mensen te beschrijven.
-
de overeenstemming van bijvoeglijke naamwoorden
Leerdoelen
-
Beschrijf de kleuren van gewone voorwerpen.
-
Basis-, samengestelde en haarkleuren.
-
Gebruik van “piacere”
Leerdoelen
-
Druk je basisemoties uit.
-
Beschrijf de gevoelens van anderen.
-
De passato prossimo met essere
-
De passato prossimo met avere
Leerdoelen
-
Beschrijf smaak, geur, zicht, geluid en aanraking
-
Dingen vergelijken
-
De vergrotende trap van bijvoeglijke naamwoorden: "Più + aggettivo + di," ...
Leerdoelen
-
Beschrijf vormen en figuren.
-
Beschrijf basisobjecten.
-
Geef voorkeuren aan.
-
De aanwijzende bijvoeglijke naamwoorden: Questo, quello
Leerdoelen
-
Leer het karakter van mensen te beschrijven.
-
Praat over persoonlijkheden.
-
De relatieve overtreffende trap: il più, il meno, i più, ...
Leerdoelen
-
Druk uit wat je nodig hebt.
-
Vertel hoe je lichaam aanvoelt.
-
Voltooide deelwoorden als bijvoeglijke naamwoorden
Leerdoelen
-
Uitdrukken van ziekte en pijn.
-
Leg je medische toestand uit bij de dokter.
-
De bijwoorden van wijze