Geven (geven)

Geven (geven)

Leer het werkwoord "geven" te vervoegen in het voltooid verleden tijd, aantonende wijs.

Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Onvoltooid verleden tijd , aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Geven (geven)

Lesprogramma: Nederlandse les - Adres en contactgegevens (Adres en contactgegevens)

Verbuiging van geven in de onvoltooid verleden tijd (OVT)

Nederlands Nederlands
(ik) gaf (ik) gaf
(jij) gaf/gaaf (jij) gaf/gaaf
(hij/zij/het) gaf (hij/zij/het) gaf
(wij) gaven (wij) gaven
(jullie) gaven (jullie) gaven
(zij) gaven (zij) gaven