Ontdekken (ontdekken) - Onvoltooid toekomende tijd (OTTk), aantonende wijs (Onvoltooid toekomende tijd , aantonende wijs)

 Ontdekken (ontdekken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Ontdekken - Vervoeging van Ontdekken in het Nederlands: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooid tegenwoordige toekomende tijd, indicatieve wijs (Onvoltooid toekomende tijd (OTTk), aantonende wijs).

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk), aantonende wijs (Onvoltooid toekomende tijd , aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Ontdekken (ontdekken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Nederlandse les - Als toerist in de stad (Als toerist in de stad)

Vervoeging van ontdekken in de onvoltooide toekomende tijd (OTTk)

Nederlands Nederlands
(ik) zal hebben ontdekt / zal ontdekt hebben (ik) zal hebben ontdekt / zal ontdekt hebben
(jij) zal hebben ontdekt / zal ontdekt hebben (jij) zal hebben ontdekt / zal ontdekt hebben
(hij/zij/het) zal hebben ontdekt / zal ontdekt hebben (hij/zij/het) zal hebben ontdekt / zal ontdekt hebben
(wij) zullen hebben ontdekt / zullen ontdekt hebben (wij) zullen hebben ontdekt / zullen ontdekt hebben
(jullie) zullen hebben ontdekt / zullen ontdekt hebben (jullie) zullen hebben ontdekt / zullen ontdekt hebben
(zij) zullen hebben ontdekt / zullen ontdekt hebben (zij) zullen hebben ontdekt / zullen ontdekt hebben

Voorbeeldzinnen

Nederlands Nederlands
Ik zal de boerderij hebben ontdekt morgen. Ik zal de boerderij hebben ontdekt morgen.
Jij zal het schaap in de wei hebben ontdekt. Jij zal het schaap in de wei hebben ontdekt.
Hij zal de molen op het platteland hebben ontdekt. Hij zal de molen op het platteland hebben ontdekt.
Wij zullen de koe en het paard hebben ontdekt. Wij zullen de koe en het paard hebben ontdekt.
Jullie zullen de geit bij de boer hebben ontdekt. Jullie zullen de geit bij de boer hebben ontdekt.
Zij zullen de kippen in de schuur hebben ontdekt. Zij zullen de kippen in de schuur hebben ontdekt.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

zullen, hebben, ontdekt, zal

1.
Hij ... de molen op het platteland ... ....
(Hij zal de molen op het platteland hebben ontdekt.)
2.
Jullie ... de geit bij de boer ... ....
(Jullie zullen de geit bij de boer hebben ontdekt.)
3.
Ik ... de boerderij ... ... morgen.
(Ik zal de boerderij hebben ontdekt morgen.)
4.
Zij ... de kippen in de schuur ... ....
(Zij zullen de kippen in de schuur hebben ontdekt.)
5.
Jij ... het schaap in de wei ... ....
(Jij zal het schaap in de wei hebben ontdekt.)
6.
Wij ... de koe en het paard ... ....
(Wij zullen de koe en het paard hebben ontdekt.)