Rijden (rijden) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Rijden - Vervoeging van Rijden in het Nederlands: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Rijden (rijden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Nederlandse les - Transport (Transport)
Vervoeging van 'rijden' in de onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) rijd | (ik) rijd |
(jij) rijdt/rijd | (jij) rijdt/rijd |
(hij/zij/het) rijdt | (hij/zij/het) rijdt |
(wij) rijden | (wij) rijden |
(jullie) rijden | (jullie) rijden |
(zij) rijden | (zij) rijden |
Voorbeeldzinnen
Nederlands | Nederlands |
---|---|
Ik rijd vandaag met de fiets naar school. | Ik rijd vandaag met de fiets naar school. |
Rijd jij vaak met de bus naar je werk? | Rijd jij vaak met de bus naar je werk? |
Hij rijdt elke dag met de tram door de stad. | Hij rijdt elke dag met de tram door de stad. |
Wij rijden morgen met de auto naar het station. | Wij rijden morgen met de auto naar het station. |
Jullie rijden soms met de taxi in de stad. | Jullie rijden soms met de taxi in de stad. |
Zij rijden altijd met de metro naar het centrum. | Zij rijden altijd met de metro naar het centrum. |