Sporten (sporten)

Sporten (sporten)

Leer het werkwoord 'Sporten' te vervoegen in het voltooid verleden tijd, onvoltooid tegenwoordige wijs

Voltooid verleden tijd (VVT), aantonende wijs (Voltooid verleden tijd , aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Sporten (sporten)

Lesprogramma: Nederlandse les - Sport en beweging (Sport en beweging)

Voltooid verleden tijd van sporten

Nederlands Nederlands
(ik) heb gesport (ik) heb gesport
(jij) heb gesport / hebt gesport (jij) heb gesport / hebt gesport
(hij/zij/het) heeft gesport (hij/zij/het) heeft gesport
(wij) hebben gesport (wij) hebben gesport
(jullie) hebben gesport (jullie) hebben gesport
(zij) hebben gesport (zij) hebben gesport