Verhuizen (verhuizen) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Verhuizen - Vervoeging van Verhuizen in het Nederlands: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de tegenwoordige tijd, aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Onvoltooid tegenwoordige tijd , aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Verhuizen (verhuizen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Nederlandse les - Ons huis (Ons huis)
Vervoeging van verhuizen in de Onvoltooid Tegenwoordige Tijd (OTT)
Nederlands | Nederlands |
---|---|
(ik) verhuis / verhuis | (ik) verhuis / verhuis |
(jij) verhuist / verhuis | (jij) verhuist / verhuis |
(hij/zij/het) verhuist | (hij/zij/het) verhuist |
(wij) verhuizen | (wij) verhuizen |
(jullie) verhuizen | (jullie) verhuizen |
(zij) verhuizen | (zij) verhuizen |
Voorbeeldzinnen
Nederlands | Nederlands |
---|---|
Ik verhuis deze week naar een huis met een grote tuin. | Ik verhuis deze week naar een huis met een grote tuin. |
Jij verhuist naar de straat met de witte muren. | Jij verhuist naar de straat met de witte muren. |
Hij verhuist morgen naar de woning met de brede gang. | Hij verhuist morgen naar de woning met de brede gang. |
Wij verhuizen naar het huis met de mooie eetkamer. | Wij verhuizen naar het huis met de mooie eetkamer. |
Jullie verhuizen naar een huis met een schone woonkamer. | Jullie verhuizen naar een huis met een schone woonkamer. |
Zij verhuizen binnenkort naar een huis met een garage. | Zij verhuizen binnenkort naar een huis met een garage. |